Geneesmiddelenbedrijven zijn goed op de hoogte van de Gedragscode Geneesmiddelen Reclame, maar er is vanuit de sector \u00e9n zorgverleners behoefte aan vereenvoudiging van de regels. Dat zegt Jan Verschoor van de CGR in een toelichting op het jaarverslag 2018.<\/strong><\/p>","
\u2018In de praktijk zien we wel dat er sprake is van een kennisverschil over de code tussen vertegenwoordigers van geneesmiddelenbedrijven en zorgverleners. Bij bedrijven is de bekendheid met de inhoud van de Gedragscode goed, bij zorgverleners is de code ook bekend, maar inhoudelijk zijn er nog wel onduidelijkheden\u2019, zegt Verschoor. Beide groepen geven aan dat de regels complex zijn en dat er behoefte is aan vereenvoudiging.
Uitvoerbaar
<\/strong>\u2018Aan ons de uitdaging om die regels zo helder en duidelijk mogelijk voor het voetlicht te brengen, zodat ze uitvoerbaar zijn voor iedereen die er mee moet werken\u2019, zegt Verschoor. \u2018Dat doen we onder andere met trainingen over de zelfregulering van de CGR. We hebben gemerkt dat de vraag naar in-company trainingen de laatste jaren flink is toegenomen. Dit biedt de mogelijkheid om met verschillende disciplines binnen je organisatie, zoals marketing, compliance, medical affairs dieper in te gaan op specifieke voorbeelden uit de praktijk.\u2019
Zwart-wit
<\/strong>\u2018Maar de regels zijn nu eenmaal complex\u2019, geeft Verschoor aan. \u2018Als je bijvoorbeeld kijkt naar uitingen over geneesmiddelen. Waar ligt dan precies de grens tussen voorlichting en be\u00efnvloeding? Dat is een grijs gebied en dat is precies de uitdaging waar we als CGR voor worden gesteld. Het is niet altijd zwart-wit uit te leggen of iets wel of niet mag, maar wij kunnen wel laten zien wat de aandachtspunten zijn bij bijvoorbeeld het aangaan van een financi\u00eble relatie.\u2019
Gunstbetoon
<\/strong>Per 1 april 2018 zijn de nieuwe Beleidsregels gunstbetoon van kracht geworden. \u2018Deze beleidsregels hebben alles te maken met financi\u00eble relaties die bijvoorbeeld. door geneesmiddelenbedrijven worden aangegaan; waar moet die financi\u00eble relatie aan voldoen?\u2019, legt Verschoor uit. \u2018Het gaat hier over wat er wel en niet is toegestaan en niet over de openbaarmaking van die financi\u00eble relatie. Het is bijvoorbeeld toegestaan om een geschenk te geven aan een arts, mits het geschenk relevant is voor de beroepsuitoefening van de arts en de waarde onder de 50 euro ligt. Deze beleidsregels bestonden al langer maar zijn dus onlangs geactualiseerd door VWS en ook voor het eerst opgesteld voor medische hulpmiddelen.\u2019
68 adviesaanvragen
<\/strong>In 2018 zijn in totaal 68 adviezen aangevraagd bij de Codecommissie van de CGR, tegen 105 een jaar eerder. Bijna tachtig procent van de voorgenomen handelingen kregen groen licht van de commissie, blijkt uit het jaarverslag 2018. \u00e9\u00e9n advies had betrekking op een vergoeding door een geneesmiddelenbedrijf aan een arts die inmiddels met pensioen was en geen BIG-registratie meer had. \u2018Je ziet in een veranderend zorgveld dat er financi\u00eble relaties worden aangegaan met steeds meer zorgaanbieders, zoals een gepensioneerde arts maar ook met praktiserende verpleegkundigen, di\u00ebtisten, laboranten en klinisch chemici. Zij hebben ook invloed op de keuze van geneesmiddelen en daarom zijn de regels ook op hen van toepassing. Mede naar aanleiding van het advies is dit in de laatste versie van de gedragscode verduidelijkt,\u2019 zegt Verschoor.
Buitenlandse bijeenkomst
<\/strong>De meeste adviezen die in 2018 werden behandeld, hadden betrekking op buitenlandse bijeenkomsten, omdat hier verplicht vooraf advies over ingewonnen moet worden. \u2018We denken na of preventief toetsen in deze vorm nog wel nodig is. Het is ooit ingevoerd om de naleving van de regels extra te stimuleren\u2019, zegt Verschoor. \u2018Maar over het algemeen zien we op dit vlak geen grove overtredingen meer. Dus het instrument van verplicht advies is misschien wat zwaar. We onderzoeken alternatieven die makkelijker zijn in de uitvoering.\u2019
Verdubbeling klachten
<\/strong>Uit het jaarverslag 2018 blijkt verder dat er vorig jaar zestien klachten zijn ingediend bij de Codecommissie, ten opzichte van zes klachten een jaar eerder. Alle klachten waarin uitspraak is gedaan, hadden betrekking op uitingen, waarvan dertien over reclame en \u00e9\u00e9n over informatie. Verschoor heeft geen verklaring voor de toename van de klachten.
Over CGR
<\/strong>Sinds 1994 is de Europese wetgeving voor geneesmiddelenreclame van kracht. Deze Europese wetgeving staat reclame voor recept-plichtige geneesmiddelen in de richting van beroepsbeoefenaren toe, maar stelt hier strenge eisen aan. In Nederland is de Europese wetgeving uitgewerkt langs twee lijnen: de Geneesmiddelenwet en de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De gedragscode \u2013 een vorm van zelfregulering \u2013 is sinds 1998 in Nederland van kracht en wordt sindsdien regelmatig getoetst, aangevuld en gewijzigd. Onderdeel van de CGR is het Transparantieregister. Hierin worden de financi\u00eble relaties tussen beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en farmaceutische ondernemingen geregistreerd. Dit register is voor iedereen vrij toegankelijk.<\/p>
Artikel \u2018Wacht evaluatie Transparantieregister af\u2019<\/a><\/p>"]