Het ingebrachte gen stimuleert de aanmaak van een groeistof, het zogenaamde GDNF, die zenuwcellen aanzet tot herstelgroei. Bij ratten met beschadigde achterpootzenuwen herstelden twee keer zoveel zenuwen als bij ratten die geen gentherapie kregen. Ook vertoonden hun achterpoten na acht weken meer spieractiviteit, schrijven de onderzoekers in de jongste editie van het vakblad Brain.
Vijf jaar
Het kan nog wel een jaar of vijf duren voordat onderzocht wordt of patiënten met een dwarslaesie of zenuwschade baat hebben bij deze methode. Dit verwacht hoogleraar neuroregeneratie Joost Verhaagen van het Nederlands Herseninstituut, die de dierstudie leidde. ‘Over die termijn wil ik heel voorzichtig zijn. En ook met deze gentherapie treedt nog geen volledig zenuwherstel op.’
Regelbare genschakelaar
Hidde Haisma, hoogleraar farmaceutische genmodulatie aan de Rijksuniversiteit Groningen, was niet bij het onderzoek betrokken maar vindt de studie ‘zeer interessant’. Vanwege de regelbare genschakelaar, maar ook omdat het afweersysteem van de ratten de cellen met die schakelaar niet aanviel. Die was van bacteriën ‘geleend’, en dus lichaamsvreemd. De onderzoekers wisten de schakelaar echter zo te vermommen, dat dit het afweersysteem niet opviel.
Podcast Tech en medicijnen over het verschil tussen gentherapie, immuuntherapie en stamceltherapie