15-12-2023

‘Steeds meer zelfreflectie binnen de sector’

interview Carla Vos
Carla Vos

Met de jaarwisseling in zicht blikt Carla Vos, adjunct-directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) terug én vooruit. ‘Er is veel waardering voor de prestaties van onze sector, maar het wantrouwen zit dieper dan ik dacht.’

Welke mijlpalen springen in het oog, als je terugblikt op 2023?
‘Het eerste wat me te binnen schiet, is het bezoek van minister Kuipers van VWS aan de VIG, in februari. Dat was uniek, want niet eerder bracht een VWS-minister een bezoek aan onze brancheorganisatie. Met ons bestuur en general managers
van onze lidbedrijven sprak hij over de innovatiekracht van de geneesmiddelensector, maar ook over ons solidaire stelsel en de oplopende kosten in de zorg en de rol die wij als sector zouden kunnen spelen in het betaalbaar houden van de zorg. Ook in juni, tijdens de Bio Convention 2023 in Boston, konden we over deze onderwerpen van gedachten wisselen met minister Kuipers en met minister Adriaansens van EZK. Die gesprekken zijn belangrijk, omdat wij ons terdege realiseren dat we sterk verstrengeld zijn met de Nederlandse politiek en samenleving. Via onze lidbedrijven en duizenden medewerkers, maar natuurlijk ook via medicijnen en vaccins, waar miljoenen Nederlanders dagelijks gebruik van maken. Daarom is het ontzettend belangrijk dat je on speaking terms bent met ministers, Kamerleden en andere stakeholders.’

Leverden die gesprekken nog nieuwe inzichten op?
‘Ja. In de loop van dit jaar ben ik me steeds meer gaan realiseren dat we een medaille met twee kanten hebben. Enerzijds is er veel oprechte waardering voor de indrukwekkende innovaties die deze sector voortbrengt, in samenwerking met bijvoorbeeld wetenschappers en artsen. Denk aan de coronavaccins, die onze samenleving van het slot haalden. Of aan de progressie in de strijd tegen kanker. Anderzijds zijn we ook scherper gaan zien dat er veel wantrouwen is ten opzichte van onze sector. Stellen we het belang van patiënt en samenleving wel écht voorop? Kan dat eigenlijk überhaupt wel, als je een commerciële partij bent in een publieke sector? Kunnen we hun data en informatie wel vertrouwen?’

‘Ik moet eerlijk zeggen dat dit wantrouwen dieper geworteld is dan ik dacht. Dat betekent ook dat we op de inhoud op dit moment niet verder komen. Daar ligt dus voor ons een opdracht. Als brancheorganisatie houden we onszelf en onze lidbedrijven een spiegel voor, om elkaar te inspireren om in alle opzichten maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Op tal van fronten laten we dat al zien. Ik noem de Code, die onze gids is voor de invulling van de kernwaarden integriteit, transparantie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en kwaliteit. Maar ook de Green Deal Duurzame Zorg, die onderstreept dat we duurzaamheid hoog in het vaandel hebben.’

Is dat genoeg?
‘Dat is uiteindelijk aan de samenleving om te beoordelen, natuurlijk. Maar ik zie dit echt als een proces voor de wat langere termijn, dat je kunt vergelijken met klimaatbewustzijn. Een mammoettanker verandert niet van de ene op de andere dag van koers. De Club van Rome publiceerde in 1972 al een alarmerend rapport over onze aarde en het klimaat, maar het duurde nog tientallen jaren voordat de meerderheid van alle politici de urgentie inzag. Toch zag je vorige week in Dubai dat alle 198 landen hun handtekening zetten onder een nieuw klimaatverdrag, dat vrij ambitieus is.’

‘Ik werk inmiddels zo’n drie decennia in de Nederlandse geneesmiddelensector en zie echt dingen veranderen. Met kleine stappen, maar toch. Niet eerder zag ik binnen de sector zoveel bereidheid tot zelfreflectie als in het afgelopen jaar. Doen wij voldoende om het zorginfarct af te wenden? Kunnen we meer doen om de zorg in ons land betaalbaar te houden? Moeten we niet meer doen om ervoor te zorgen dat de juiste patiënt het juiste geneesmiddel krijgt? Hoe kunnen we onze medicijnen nog duurzamer produceren en verpakken? Natuurlijk moeten we daarbij ook rekening houden met de kaders die de internationale hoofdkantoren van onze leden stellen, bijvoorbeeld vanuit New York of Tokio. Maar vergeet niet dat in steeds meer andere landen die vragen óók worden gesteld. En de tijdgeest maakt dat de samenleving vaker aandringt op maatschappelijk verantwoord ondernemen.’

Wat verwacht je van 2024?
‘Als VIG willen we vooral verbinden en bruggen bouwen. Dat is de belangrijkste overkoepelende ambitie voor het nieuwe jaar. De onderliggende thema’s veranderen niet spectaculair. Wij maken ons al jaren hard voor het innovatieklimaat, voor snelle en brede toegang tot medicijnen én voor gezonder en langer leven. Je ziet bij een onderwerp als toegang wel dat er steeds meer nadruk komt te liggen op de juiste inzet en gepast gebruik van medicijnen. Dat is een goede ontwikkeling waar we graag aan meewerken, want de grootste aanjager van medicijnkosten is de groei van het aantal patiënten en hun medicijngebruik. En bij gezonder en langer leven komt er steeds meer nadruk op preventie, ook vanuit ons. Binnen die thema’s zie je dus accentverschuivingen.’

Wat wordt dan de belangrijkste verandering?
‘Per saldo zit de vernieuwing komend jaar niet zozeer in wát we doen, maar in hóe we het doen, verwacht ik. Co-creatie en samen tot schaalbare oplossingen komen, dat worden de trefwoorden. Voor alle hierboven genoemde thema’s geldt immers dat we het niet alleen kunnen. Het afgelopen jaar werkten we met allerlei zorgpartners aan de routekaart voor weesgeneesmiddelen en cel- en gentherapieën. In kleine groepen hebben we twee thema’s, ‘wees financieel bewust’ en ‘wees coöperatief’, verder gebracht. Dergelijke trajecten vragen om een lange adem, maar we zien vooruitgang. Die aanpak willen we ook vaker toepassen. Bijvoorbeeld bij de vergoeding van nieuwe geneesmiddelen, waarin de sluis een centrale rol speelt. Het onlangs gepubliceerde Dashboard Doorlooptijden Geneesmiddelen van het ministerie van VWS geeft daarvoor mooie aanknopingspunten, omdat het helderheid schept over tijdlijnen. Dat is een begin.’

Wil je tot slot, op de drempel van het nieuwe jaar, nog een persoonlijke noot kwijt?
‘Persoonlijk heb ik dit jaar ervaren als een enorm steile leercurve. Ik heb mij met ontzettend veel passie ingezet voor patiënten en onze mooie sector. Daarbij richt ik mijn energie graag op de cirkel waarin ik impact kan maken, met oog voor de ander. Dat betekent vooral ook goed luisteren en continu willen leren. Investeren in elkaar en in elkaars dilemma’s gaat ons allen verder brengen. Alleen door samenwerking kunnen we de Nederlandse zorg van goede kwaliteit en betaalbaar houden, met de juiste ruimte voor nieuwe geneesmiddelen. Daar ben ik van overtuigd!’