wachtkamer met patienten
07-05-2025

Patiënten moeten in Nederland nóg langer wachten op nieuwe geneesmiddelen

Patients W.A.I.T. indicator 2024

Scroll om meer te ontdekken
De wachttijd voor patiënten om toegang te krijgen tot innovatieve geneesmiddelen is in Nederland opnieuw toegenomen: naar gemiddeld 459 dagen. Bovendien zijn er van de 173 geneesmiddelen die tussen 2020 en 2023 door het Europees Medicijnenagentschap (EMA) voor de Europese markt zijn goedgekeurd, slechts 100 toegankelijk voor Nederlandse patiënten. Dat blijkt uit de EFPIA Patients W.A.I.T. Indicator 2024.

 

De jaarlijkse Patients W.A.I.T. Indicator (Waiting to Access Innovative Therapies), opgesteld in samenwerking met IQVIA, toont hoeveel voor de Europese markt goedgekeurde nieuwe geneesmiddelen in Europese landen toegankelijk zijn voor patiënten en hoelang dat duurt. De analyse betreft àlle nieuwe geneesmiddelen; zij maakt geen onderscheid in het vergoedingstraject dat het geneesmiddel heeft gevolgd (gesloten instroom na extramurale GVS-beoordeling of intramurale sluis, of open instroom). Uit de analyse blijkt dat de gemiddelde Europese wachttijd tussen markttoelating en toegankelijkheid voor patiënten met 47 dagen is gestegen naar 578 dagen.

Complexe procedures

Volgens de onderzoekers van EFPIA en IQVIA is de vertragende Europese toegankelijkheid deels te verklaren door complexere en langere onderhandelingsprocedures over prijs en vergoeding. Ook het toenemend gebruik van tijdelijke of beperkte toelatingsroutes, zoals het gebruik op individuele aanvraag, speelt een rol.

‘De cijfers van dit jaar zijn een duidelijke oproep tot actie, zowel op het gebied van toegankelijkheid an sich als met betrekking tot de snelheid daarvan’, concludeert Carla Vos, algemeen directeur bij de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). ‘Laten we gezamenlijk werken aan een systeem waarin snelheid, transparantie en maatschappelijke waarde hand in hand gaan.’

Verontrustende ontwikkeling

Nederland behoort tot de middenmoot van de 36 onderzochte landen: zowel qua toegankelijkheid als qua wachttijd staat ons land op de 11e positie. Toch noemt Vos de cijfers ‘verontrustend’: ‘We zouden in de Europese voorhoede zouden moeten zitten, gezien de kracht van onze economie en van ons zorgstelsel.’

Van iedere tien geneesmiddelen die tussen 2020 en 2023 tot de Europese markt zijn toegelaten, zijn er (een kleine) zes beschikbaar voor Nederlandse patiënten. Dat is aanzienlijk minder dan bijvoorbeeld in ons buurland Duitsland, waar patiënten toegang hebben tot negen van de tien nieuwe geneesmiddelen. Ook andere landen, zoals bijvoorbeeld Zwitserland en Oostenrijk, doen het met respectievelijk zeven en acht van de tien nieuwe geneesmiddelen beter dan Nederland.

En de wachttijd op de geneesmiddelen die wél beschikbaar komen voor patiënten in Nederland neemt jaarlijks met anderhalve maand toe. ‘Dit is een zorgwekkende ontwikkeling die we gezamenlijk moeten zien te doorbreken’, vindt Vos. ‘Op het moment doen we het in Nederland, over het geheel genomen, beter dan het Europese gemiddelde. Maar een welvarend land als Nederland zou de ambitie moeten hebben om tot de koplopers te behoren en niet om tot de middenmoot.’

Glijdende schaal

Ook ten opzichte van andere Europese landen laat Nederland een zorgwekkende negatieve trend zien. Zo stond ons land in de rapportage over 2022 op het gebied van wachttijd bijvoorbeeld op plaats 5, een jaar later op plaats 7 en afgelopen jaar op plaats 11.

Vos: ’Niet alleen de absolute toegankelijkheid van en wachttijd tot nieuwe geneesmiddelen in Nederland verslechtert. Ook relatief, ten opzichte van andere Europese landen, glijden we af.’ In ditzelfde tempo bungelen we, met alle respect, binnen een aantal jaar onderaan de lijst samen met landen als Griekenland, Hongarije of Roemenië. ‘Dat kan toch niet de ambitie zijn van een welvarend land als het onze?’, aldus Vos.

Oncologische middelen

Voor mensen met kanker of een zeldzame ziekte is de situatie nog schrijnender. Zij hebben slechts toegang tot minder dan de helft van de nieuwe geneesmiddelen voor hun aandoening, die tussen 2020 en 2023 tot de Europese markt zijn toegelaten (24 van de 56 oncologische geneesmiddelen en 30 van de 66 weesgeneesmiddelen). Dat plaatst Nederland op het gebied van de oncologie op een schokkende 22e positie. Dit is ruim onder het Europese gemiddelde, waarbij patiënten toegang hebben tot 28 van de 56 nieuwe oncologische geneesmiddelen.

‘Ditzelfde beeld zien we terug in het onlangs verschenen Comparator report on cancer in Europe 2025’, licht Vos toe. Dat rapport beschrijft o.a. de vergoeding van oncologische middelen die tussen 2019 en 2022 door de EMA tot de Europese markt zijn toegelaten. ‘Kijken we naar het gemiddelde van de 27 EU-landen, dan zien we dat 67% van de nieuwe geneesmiddelen begin 2024 werd vergoed. In Nederland was dat slechts 44% en horen we met de 21e plek bij de achterblijvers.’

Van de nieuwe oncologische geneesmiddelen die voor de Europese markt zijn goedgekeurd, worden er dus steeds minder toegankelijk voor patiënten. ‘Dat betekent niet alleen minder nieuwe behandelopties voor patiënten, maar ook een verslechtering van de standard of care in Nederland’, waarschuwt Vos. ‘Doordat er minder nieuwe middelen in Nederland toegankelijk zijn, zullen er ook minder nieuwe klinische studies in ons land worden uitgevoerd. Onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen bouwt immers voort op reeds beschikbare middelen. Zo komt de oncologische zorg in een neerwaartse spiraal terecht.’

Gelijke toegang

Wat wél goed gaat, is dat ons solidaire zorgsysteem zorgt voor een gelijke toegang tot nieuwe medicijnen. Als een nieuw geneesmiddel in Nederland wordt opgenomen in het verzekerde pakket, dan wordt dat (voor zover bekend*) altijd volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Wat dat betreft behoort Nederland tot de koplopers in Europa. ‘Dat is iets om als land trots op te zijn. Behalve de kosten van de premie voor de verplichte basisverzekering en het bijbehorende eigen risico, hoeven patiënten niet zelf mee te betalen voor geneesmiddelen. Dat betekent dat patiënten in principe gelijke toegang hebben tot medicijnen (mits deze toegankelijk zijn), ongeacht hun financiële situatie.’

Krakend en piepend vergoedingsstelsel

Nieuwe geneesmiddelen hebben een grote toegevoegde waarde voor patiënten, de gezondheidszorg en de samenleving. Denk onder meer aan een betere kwaliteit van leven, verlaging van de druk op de zorg door een lagere zorgbehoefte in een later stadium en een hogere arbeidsproductiviteit. De combinatie van langere wachttijden en verminderde toegankelijkheid doet afbreuk aan die toegevoegde waarde en staat op gespannen voet met onze gezamenlijke ambitie om patiënten zo snel mogelijk toegang te geven tot nieuwe behandelingen’, aldus Vos.

‘Dit rapport onderstreept dat ons vergoedingsstelsel piept en kraakt’, vindt Vos. ‘Dat concludeerde VWS in de contouren-brief van vorig jaar ook al. Met de tien onderliggende oorzaken voor de oplopende wachttijd en afnemende toegankelijkheid hebben we concrete handvatten om hier gezamenlijk aan te werken. Hoe kan het vergoedingstraject worden versneld? Onder welke voorwaarden kunnen patiënten in een vroeg stadium toegang krijgen tot nieuwe geneesmiddelen? En hoe verkleinen we voor alle partijen de onzekerheden tijdens het vergoedingstraject? Over dat soort uitdagingen denken we graag mee.’

Samenwerken aan toekomstbestendig beleid

De noodzaak van een toekomstbestendig stelsel wordt breed gevoeld. Zo wordt onder coördinatie van het Zorginstituut gewerkt aan de herziening van dit beleid en worden goede stappen gezet. Vos: ‘De VIG levert hier graag een constructieve bijdrage aan en heeft een gespreksdocument gepubliceerd waarin de kansen en risico’s voor een nieuw stelsel en mogelijkheden tot samenwerking met andere partijen worden verkend.’

Ook specifiek op het gebied van de oncologie wordt binnen het Nederlands Kanker Collectief (NKC) samengewerkt om de zorg voor mensen met kanker te verbeteren. ‘Ook de VIG is bij deze maatschappelijke beweging aangesloten en zet zich actief in om de 20 doelen uit de Nationale Kanker Agenda te realiseren’, aldus Vos.

‘Binnen dergelijke samenwerkingen willen we een voelbaar verschil maken voor mensen in Nederland die zorg nodig hebben. Toegang tot geneesmiddelen is een fundamenteel onderdeel van goede zorg’, besluit Vos. ‘Laten we samen de negatieve trend doorbreken door de wachttijd en toegankelijkheid tot nieuwe geneesmiddelen te verbeteren. Het is in ieders belang dat ons stelsel toekomstbestendig is – in eerste instantie van mensen die geneesmiddelen nodig hebben.’

Verder lezen

* Dit is niet met volledige zekerheid te zeggen, omdat Nederland geen volledige informatie heeft verstrekt over beperkingen op beschikbare geneesmiddelen.