Dat het anders kan, blijkt uit een project dat TNO en Johnson & Johnson Innovative Medicine (J&J) in hun strategische alliantie samen geïnitieerd hebben. Met uiteenlopende partijen uit de hele keten hebben zij onderzocht hoe deze plastic zakken gerecycled kunnen worden. ‘En dat is een flinke uitdaging’, aldus Havermans. ‘Maar zeker niet onmogelijk!’
Volgens Havermans is het probleem tweeledig. ‘In de farmaceutische industrie worden heel hoogwaardige materialen gebruikt: sterk, veilig en vaak goed recyclebaar. Maar omdat ze in contact zijn geweest met medicijnen of biologische stoffen, worden ze direct als afval gezien en verbrand.’
Daar komt bij dat de zakken vaak uit meerdere lagen en soorten plastic bestaan. ‘Een infuuszak kan wel uit achttien verschillende materialen zijn opgebouwd. Dat maakt scheiden en recyclen ingewikkeld. En wetgeving stelt strenge eisen aan wat je wel en niet mag doen met dit afval. Recyclen van dit zogeheten gecontamineerde materiaal is daarom makkelijker gezegd dan gedaan.’
Het recycle-project draait niet alleen om techniek, benadrukt Havermans. ‘Wij kijken altijd naar de hele waardeketen. Je hebt te maken met de producent van de polymeren, de fabrikant van de zakken, de gebruiker in het lab of de fabriek, en uiteindelijk de afvalverwerker. Iedereen moet een rol spelen om dit circulair te krijgen.’
Daarom zijn er verschillende partners aangesloten: van grondstofleveranciers tot farmaceutische bedrijven (J&J en BMS) en recyclers. ‘Het mooie is dat iedere partij iets bijdraagt: kennis, materialen, zakken om mee te testen, of financiële middelen. Alleen samen krijgen we de volumes en de kennis bij elkaar die nodig zijn om echt een businesscase te maken.’
De eerste stappen zijn veelbelovend. Op labschaal heeft TNO aangetoond dat de zakken zowel mechanisch als chemisch te recyclen zijn. Bij chemische recycling wordt plastic volledig afgebroken tot de bouwstenen, waaruit nieuw plastic van hoge kwaliteit kan worden gemaakt. Mechanische recycling is eenvoudiger en energiezuiniger, maar levert plastic van lagere kwaliteit op.
‘Met het recyclaat hebben we nieuwe films gemaakt, ofwel dunne lagen plastic. Die films hebben we vervolgens verwerkt tot nieuwe zakken. Niet voor direct farmaceutisch gebruik, want dat staat de wetgeving nog niet toe, maar bijvoorbeeld wel als omverpakking. Dat laat zien dat er echt een tweede leven mogelijk is voor dit materiaal.’
De volgende uitdaging is opschaling. ‘We zijn nu bezig met de businesscase. Hoe regel je de logistiek? Hoe zorg je voor veilige decontaminatie (‘ontsmetting’)? Hoe krijg je voldoende volume bij elkaar om een recyclinglijn rendabel te maken? Dat zijn de vragen waar we samen met de partners aan werken.’
Een belangrijke factor is regelgeving. Havermans: ‘De farmaceutische sector is logischerwijs streng gereguleerd als het gaat om veiligheid en hygiëne. Maar daardoor wordt afval vaak gezien als gevaarlijker dan het in werkelijkheid is. Als we knelpunten in wet- en regelgeving oplossen, kunnen we veel meer doen met deze stromen.’
Minstens zo belangrijk vindt Havermans de bewustwording in de industrie. ‘Vaak hoor je: dit kan niet, dus we verbranden het maar. Maar we hebben laten zien dat het wél kan. Het vraagt inspanning en samenwerking, maar de mogelijkheden zijn er. Bovendien betaalt de industrie nu veel geld voor het ophalen en verbranden van deze zakken. Door te recyclen kun je niet alleen milieuwinst behalen, maar uiteindelijk ook financieel voordeel.’
Het project rond de single-use zakken is volgens Havermans pas het begin. ‘We kijken inmiddels ook naar andere materiaalstromen, zoals siliconen. En we willen verder gaan dan alleen recyclen: nadenken over slimmer design, minder materiaalgebruik, of andere vormen van hergebruik. Uiteindelijk gaat het om de hele keten duurzamer maken.’
Wat haar drijft, is de overtuiging dat samenwerking het verschil kan maken. ‘De farmaceutische sector is kleiner dan bijvoorbeeld de voedingsmiddelenindustrie, maar juist daardoor kunnen we elkaar sneller vinden. Als bedrijven de krachten bundelen, ligt er een wereld van mogelijkheden open.’
Voor de buitenwereld laat dit project zien dat verduurzaming in de farmaceutische sector niet ophoudt bij medicijnen en zorg, maar ook gaat over de manier waarop er met materialen wordt omgegaan. ‘Het mooiste inzicht tot nu toe? Dat we bewezen hebben dat het technisch kan’, zegt Havermans. ‘Wat nu nog afval is, kan morgen grondstof zijn. Maar alleen als we het samen oppakken.’