‘Wat mij het meest is bijgebleven van de afgelopen vijf jaar in Nederland, is de enorme wil om voortdurend te verbeteren’, vertelt Correa. ‘In ziekenhuizen, bij de overheid en in onderzoeksinstellingen merkte ik overal die ambitie. Dat is bewonderenswaardig. Tegelijk zag ik dat goede initiatieven soms naast elkaar bestonden, zonder voldoende samenhang. De Kabinetsvisie op Biotechnologie heb ik dan ook zeer verwelkomt: goed dat er nu een gezamenlijk kader ligt dat richting geeft en waar iedereen zich aan kan verbinden.’
Initiatieven als de Kabinetsvisie op Biotechnologie en het Pact Ondernemersklimaat noemt Correa noodzakelijk: ‘Zonder langetermijnvisie is een land stuurloos en weet het niet waar het op af koerst.’ Correa heeft in de afgelopen maanden zelf de handschoen opgepakt. ‘Samen met andere organisaties uit de Biotech heb ik gewerkt aan één van de concrete plannen voor in het Pact.
Wat ik waardeerde aan dit traject was de ambitie van het ministerie van Economische Zaken om sàmen met het bedrijfsleven oplossingen te creëren. Geen top-downbeleid, maar activering via partnerschap. Dat is precies wat we als sector nodig hebben: samen werken aan de uitdagingen en de ambitie van het Kabinet waar maken.’
Correa benadrukt dat de innovatieve geneesmiddelensector onmisbaar is in dit soort trajecten. ‘We brengen niet alleen wetenschappelijke en technologische kennis in, maar ook ervaring met complexe systemen, regelgeving en innovatiecycli.’
Tijdens het uitwerken van een plan voor het Pact en ook tijdens andere projecten heeft Correa de Nederlandse manier van samenwerken erg gewaardeerd. ‘Mensen zijn direct en resultaatgericht. Dat werkt motiverend. Daarnaast heb ik geleerd dat samenwerking pas echt werkt als er ook vertrouwen en persoonlijke verbinding is. Veel van de samenwerkingen die we zijn gestart, begonnen met de simpele vraag: wat is onze gemene deler? Dat fundament maakte het mogelijk om stevige partnerschappen op te bouwen met overheid, verzekeraars, ziekenhuizen en patiëntenorganisaties.’
Een goede samenwerking is dan ook essentieel om de uitdagingen ten aanzien van het ondernemingsklimaat het hoofd te bieden, vindt Correa: ‘Nederland kan een voortrekkersrol spelen in klinisch onderzoek, geavanceerde therapieën en het gebruik van data en kunstmatige intelligentie. Maar dat vraagt duidelijke keuzes van de overheid en samenwerking tussen alle partijen. Alleen zo kan Nederland aantrekkelijk blijven voor onderzoek en toegang tot innovatieve behandelingen.”
Tot slot blikt Correa terug op haar bestuursfunctie bij de VIG. ‘Het leiden van een bedrijf is echt iets anders dan samen in een bestuur verantwoordelijkheid dragen. Ik heb geleerd hoe belangrijk geduld en timing zijn, en dat politieke processen een ander ritme hebben dan zakelijke. Die inzichten neem ik mee in mijn verdere loopbaan.’
‘Als VIG-bestuurder kijk je ook nóg meer met een overkoepelende blik naar het zorgsysteem en het innovatieklimaat in Nederland. Daardoor ben ik onder de indruk geraakt van de kracht van het Nederlandse ecosysteem. Ik blijf de ontwikkelingen in Nederland dan ook met veel belangstelling volgen vanuit het buurland.’