ADME staat voor Absorptie, Distributie, Metabolisme en Excretie en beschrijft de vier essentiële farmacokinetische processen van een geneesmiddel in het lichaam.
- Absorptie: Dit is het proces waarbij een stof vanuit de toedieningsplaats in de bloedbaan terechtkomt, bijvoorbeeld na orale toediening via het maagdarmkanaal. De snelheid en mate van absorptie hangen af van de toedieningsvorm, eigenschappen van het geneesmiddel en de barrière die gepasseerd moet worden (zoals de darmwand).
- Distributie: De verdeling van het geneesmiddel over het lichaam en de verschillende weefsels. Hierbij speelt transport via het bloed een centrale rol. Factoren als plasma-eiwitbinding en verdelingsvolume beïnvloeden waar en in welke mate het geneesmiddel zich ophoopt.
- Metabolisme: De chemische omzetting van het geneesmiddel, meestal door enzymen in de lever. Dit proces kan het geneesmiddel inactiveren, maar soms ontstaan er actieve metabolieten. Het metabolisme beïnvloedt de duur en intensiteit van de werking.
- Excretie: De eliminatie van het geneesmiddel uit het lichaam, bijvoorbeeld via de nieren (urine), lever (gal), longen of huid. Zowel het onveranderde geneesmiddel als metabolieten worden uitgescheiden. Metabolisme en excretie samen worden ook eliminatieprocessen genoemd.
Deze processen bepalen samen de concentratie van het geneesmiddel in het lichaam en zijn belangrijk voor de dosering, frequentie en werking van medicatie bij patiënten