‘We zien veel positieve punten en kansen voor samenwerking. Maar sommige plannen, zoals het plan voor pakketbeheer, zijn nu nog niet goed te beoordelen.’
Dat is de eerste reactie van Carla Vos, directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG), op het vrijdag gepresenteerde regeerprogramma.
‘Een patiënt die laat of geen toegang tot zorg heeft, wordt later vaak een ziekere en duurdere patiënt’, staat in het regeerprogramma van het nieuwe kabinet Schoof. De VIG onderschrijft die stelling.
Vos: ‘Dat is een rake formulering. Daarom én omdat preventie zo’n prominente plek inneemt in het programma, is het nodig dat we met alle betrokkenen goed kijken naar de toegang tot nieuwe medicijnen voor patiënten. VWS heeft de contouren voor een nieuw vergoedingsstelsel al geschetst. Wij helpen heel graag mee met het inkleuren.’
Het arbeidsmarkttekort is een belangrijk thema in het nieuwe regeerprogramma. Het kabinet zoekt naar medische innovaties, om te voorkomen dat dit personeelstekort onbeheersbaar wordt in de zorg. Als voorbeeld wordt de TAVI genoemd (Transcatheter Aortic Valve Implantation), een behandeling die een open hartoperatie kan voorkomen.
‘Laten we ook in dit opzicht de rol van medicijnen en vaccins niet vergeten!’, zeg Vos.
‘We kennen natuurlijk al jaren de cholesterolverlagers, die nog steeds veel hart- en vaatziekten voorkomen. Een recenter voorbeeld zijn de coronavaccins, die alleen al in het eerste jaar 88.000 ziekenhuisopnamen wisten te voorkomen.’
Een betere inzet van medicijnen kan het personeelstekort in de zorg met 14% terugdringen, bleek uit een eerder rapport van PwC. Dit betekent dat het personeel van een middelgroot ziekenhuis, zoals het OLVG, zich weer kan toeleggen op het leveren van zorg aan patiënten, dat is een enorme winst.
‘Werpen we een blik op de Horizonscan Geneesmiddelen, dan zien we dat de continue stroom innovaties ook de komende jaren doorzet’, vervolgt Vos.
‘Denk bijvoorbeeld aan nieuwe behandelingen voor patiënten met kanker. Of aan gen- en celtherapieën, die er regelmatig voor zorgen dat een chronische patiënt na één behandeling al herstelt. Die arbeidsbesparende rol van medicijnen kunnen en moeten we samen nog veel beter benutten.’
Doelmatige, bewezen effectieve zorg wordt ook expliciet genoemd in de plannen van het kabinet Schoof. ‘Zorg die niet effectief is, hoort niet thuis in het verzekerd pakket’, is te lezen in het regeerprogramma.
‘Daar zijn we het in principe mee eens’, zegt Vos. ‘Maar die keuzes kun je pas goed maken als er heldere afspraken zijn over het proces en de criteria om de effectiviteit aan te tonen. Wij vinden het essentieel dat die afspraken, als het gaat om innovatieve medicijnen, niet alleen óver maar ook mét de sector worden gemaakt.’
Het kabinet wil het bestaande zorgakkoord (IZA) verbreden, intensiveren en concretiseren in een aanvullend zorg- en welzijnsakkoord tot en met 2028. Met als doel het verschil te maken voor mensen die zorg nodig hebben.
Vos: ‘Een nobel streven, natuurlijk. Het is alleen nog onduidelijk wat de reikwijdte van dat nieuwe akkoord zal zijn, wat dit betekent voor de toegang tot innovatieve medicijnen voor patiënten én wat de gevolgen zijn voor de budgettaire kaders van medisch-specialistische zorg. Dat is allemaal essentieel om te weten. Neem de budgetten van ziekenhuizen. Als daar steeds minder ruimte komt voor innovatieve medicijnen, gaat dit ten koste van de patiënt. Medische innovaties worden immers vooral in ziekenhuizen geïntroduceerd, dus daar mag de vooruitgang niet stokken.’
Ook de sterkere focus op gezonde leefstijl en preventie kan rekenen op instemming van de VIG. Het voorkomen van ziektes is en blijft de beste manier om de zorg beheersbaar en betaalbaar te houden. Het kabinet beschrijft dat het nog onvoldoende lukt om investeringen in preventie te relateren aan besparingen later. En dat er daarom wordt gewerkt aan een investeringsmodel voor preventie.
‘Dat is een verstandige insteek’, stelt VIG-directeur Vos. ‘Daarbij is het logisch om niet alleen te kijken naar een gezonde leefstijl, hoe belangrijk dat ook is, maar ook naar vaccins en andere varianten van medische preventie.’
Positief is ook dat het kabinet nadrukkelijk inzet op een stabiel en stimulerend ondernemingsklimaat. En boter bij de vis wil leveren, bijvoorbeeld via de vennootschapsbelasting, een aantrekkelijke kenniswerkersregeling en de Innovatiebox. ‘De geneesmiddelensector zorg in Nederland voor een belangrijke bijdrage aan onze export en werkgelegenheid, dat wordt nog wel eens onderschat’, zegt Vos. ‘Een aantrekkelijk innovatieklimaat is belangrijk om dit zo te houden. Aan de ambities van het kabinet zal het niet liggen. Eén van die ambities is bijvoorbeeld om wereldwijd weer tot de top 5 van meest concurrerende landen te gaan horen.’
Vos maakt daarbij wel één kanttekening: ‘Als je met de ene hand geeft en met de andere hand neemt, is de vooruitgang per saldo beperkt. Het kabinet ondersteunt het bedrijfsleven en zet in op meer investeringen in R&D, maar bezuinigt tegelijkertijd op wetenschap. Dat gaat niet goed samen. Wetenschap is het fundament onder innovatie.’
Al met al ziet Carla Vos in het programma mooie aanknopingspunten voor constructieve samenwerking met onder meer de ministers Agema (VWS) en Beljaarts (EZ).
‘De Nederlandse zorg staat voor enorme uitdagingen, zoals vergrijzing, personeelstekorten en het feit dat we op sommige ziekten, zoals dementie, nog steeds geen goed antwoord hebben. We kunnen het tij alleen keren als we dat sámen doen.’