Een intramuraal geneesmiddel is een medicijn dat wordt toegediend binnen de muren van het ziekenhuis of een andere klinische instelling, vrijwel altijd op voorschrift van een medisch specialist en verstrekt door de ziekenhuisapotheek.
Definitie en positionering
- Intramurale geneesmiddelen worden gebruikt en/of toegediend aan patiënten tijdens ziekenhuisopname of poliklinische behandeling binnen het ziekenhuis.
- Bekostiging verloopt niet via de farmaceutische zorg van de basisverzekering (ZVW) zoals bij extramurale middelen, maar via het ziekenhuisbudget of het medisch-specialistische zorgtraject (bijvoorbeeld DBC’s, add-ons).
- Ze zijn onderdeel van de geneeskundige zorg; hierin zijn ziekenhuisapothekers verantwoordelijk voor inkoop, selectie en logistiek van medicatie.
Wat valt hieronder?
- Veel gebruikte voorbeelden zijn intraveneuze chemotherapie, infuusantibiotica, specialistische oncologische middelen, en dure nieuwe innovatieve therapieën die (voorlopig) alleen in het ziekenhuis mogen worden toegediend.
- Het criterium voor toediening (en dus afbakening extramuraal/intramuraal) is waar en onder wiens verantwoordelijkheid het wordt gegeven: ziekenhuisarts en ziekenhuisapotheek intramuraal, openbare apotheek/huisarts ≠ extramuraal.
Relevantie in bekostiging en beleid
- Intramurale geneesmiddelen komen soms in de ‘sluis’: ze zijn dan tijdelijk uitgesloten van het verzekerde pakket, totdat over vergoeding en prijs afspraken zijn gemaakt tussen overheid en fabrikant.
- Open instroom: in principe worden nieuwe intramurale middelen automatisch toegelaten mits ze voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk, maar voor kostbare geneesmiddelen volgt centrale toetsing door het Zorginstituut.