07-07-2025

‘De Code is een levend document en dat moet zo blijven’

Interview met algemeen directeur Carla Vos

Scroll om meer te ontdekken
Vijf jaar na de introductie van de Code VIG is het tijd om de balans op te maken. In gesprek met Carla Vos, algemeen directeur van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG), wordt duidelijk hoe belangrijk het is dat de geneesmiddelensector zich uitspreekt, structureel reflecteert en kritisch naar zichzelf blijft kijken. ‘De Code is geen papieren werkelijkheid. Het is een levend document dat richting geeft en ruimte laat voor verbetering.’

 

Carla Vos fungeert als linking pin tussen het VIG-bestuur en het onafhankelijke Adviescollege. ‘Ik bewaak dat adviesvragen van het bestuur helder geformuleerd worden en zorg dat het adviescollege goed geïnformeerd is. Ook bespreekt het Adviescollege haar uitgebrachte adviezen met mij. Vaak vraag ik het College om haar advies ook persoonlijk toe te lichten aan het bestuur, omdat zij de materie het best kennen én uit respect voor hun onafhankelijkheid.’

Naleving

De Code is vijf jaar geleden ontstaan vanuit twee drijfveren, vertelt Vos. ‘Enerzijds zagen we dat er veel onbekendheid is over hoe streng gereguleerd onze sector is. Anderzijds merkten we dat het maatschappelijk beeld vaak negatief is. En dat terwijl er bij onze leden enorm veel intrinsiek gemotiveerde mensen werken, die echt het goede willen doen.’

De Code moest verandering in die onbekendheid en beeldvorming brengen. ‘We laten ermee zien waar we als sector voor staan. Niet om onszelf te verdedigen, maar vanuit kracht en transparantie. Daarom hebben alle leden de Code ondertekend en zeggen daarmee: dit zijn onze kernwaarden, hier houden we ons aan.’ De Code is dan ook niet vrijblijvend, het Adviescollege houdt toezicht op de naleving ervan.

Van signalering tot opvolging

Behalve structureel toetsen op naleving, behandelt het Adviescollege ook signalen van mogelijk ongewenst gedrag. ‘Die signalen kunnen komen vanuit het bestuur, het VIG-bureau of individuele leden, maar ook van buitenaf. Daarbij moet gezegd worden dat het Adviescollege geen klachtenbureau is, maar wél de voelsprieten in de buitenwereld’, verduidelijkt Vos.

Voor het behandelen van die signalen is een zorgvuldig proces ingericht, inclusief hoor en wederhoor. Blijkt na onderzoek dat er inderdaad sprake is van gedrag dat in strijd is met de Code, dan kan dit leiden tot een formele reprimande en in het uiterste geval zelfs royement van het lidmaatschap van de VIG. ‘Zover is het gelukkig nog nooit gekomen. Maar het feit dat die route bestaat, onderstreept wel de ernst waarmee we de Code hanteren.’

Bedrijven actief betrokken

Volgens Vos leeft de Code echt binnen de bedrijven. ‘Je ziet dat veel organisaties de Code integreren in hun dagelijkse praktijk. Sommige bedrijven organiseren zelfs een Week van de Transparantie of nemen de Code op in compliance-trainingen voor medewerkers.’ Dat vindt zij belangrijk: ‘Zo wordt de Code geen abstract document, maar een concreet hulpmiddel om met elkaar het gesprek te voeren over ethisch handelen en maatschappelijke verantwoordelijkheid.’

Heikele punten

Ook heeft Vos de indruk dat de Code ook buiten de sector steeds beter wordt herkend. ‘In het begin was er scepsis. De Code-waarden over prijzen en transparantie liggen gevoelig. Met name de discussie over prijzen zal vermoedelijk altijd blijven bestaan. Dat brengen onze calvinistische cultuur en ons werk als private sector in een publiek domein met zich mee. Maar juist daarom is het waardevol dat het Adviescollege onafhankelijk naar deze dilemma’s kijkt en ons adviezen geeft.’

Zo heeft het college onderzoek gedaan naar wat er juridisch wel en niet mogelijk is op het gebied van prijstransparantie. ‘Dat heeft destijds geleid tot aanpassingen in de Code. We nemen de adviezen serieus. Ze worden openbaar gemaakt én besproken met onze leden. Op die manier proberen we heikele punten bespreekbaar te maken: op basis van feiten en operationele overwegingen in plaats van onderbuikgevoelens.’

Eén stem, meer impact

Een ander advies dat het Adviescollege heeft uitgebracht, was dat de sector vaker met één stem naar buiten zou moeten treden. Vos is het daar hartgrondig mee eens. ‘Stakeholders zeiden ons versnipperd te vinden en daardoor moeilijk te duiden. Het Adviescollege heeft onder meer verkend hoe andere partijen in het zorgveld de dialoog voeren met hun stakeholders. Gebruikelijk is dat brancheorganisaties het woord voeren namens hun achterban.’

Naar aanleiding van dat advies, heeft de VIG van haar leden het mandaat gekregen om namens de sector te spreken over bedrijfsoverstijgende onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan toekomstbestendige toegang tot geneesmiddelen. ‘Dat mandaat helpt echt bij de maatschappelijke dialoog. Door met één geluid naar buiten te treden, voorkomen we dat er ruis op de lijn ontstaat. Inmiddels verwijzen onze stakeholders de bedrijven actief naar ons door als het om sectorbrede thema’s gaat.’

Stevige positie

Tot slot blikt Vos vooruit op de toekomst van de Code. ‘Het is belangrijk om de Code levend te houden, zowel binnen als buiten onze sector. Dat vraagt om continue aandacht, toelichting en dialoog.’ De Code heeft inmiddels een stevige positie verworven. Het is een krachtig middel om onze waarden uit te dragen en om onszelf te blijven verbeteren. Die lange adem moeten we houden. Niet omdat het moet, maar omdat we er oprecht in geloven.’

Lees de jaarrapportage 2024-2025