Organon in Oss werkt volgens een strak georganiseerd duurzaamheidsprogramma. De vestiging is ISO 14001-gecertificeerd, het internationale keurmerk voor milieumanagement. “Dat betekent dat we niet af en toe iets groens doen”, zegt Van Hastenberg. “We meten, evalueren en stellen voortdurend nieuwe doelen. Zo verbeteren we stap voor stap onze milieuprestaties.”
Die doelen liggen concreet op drie terreinen: energie, water en afval. Sinds het basisjaar 2020 wist Organon het energieverbruik al met 20 procent te verminderen. Dat vertaalt zich direct in minder CO₂-uitstoot. “We mikken op ongeveer vijf procent reductie per jaar. Dat klinkt ambitieus en dat is het ook. Maar de meetresultaten tonen aan dat het kan.”
“We zijn begonnen met het laaghangend fruit”, vertelt Van Hastenberg. “En in dit geval letterlijk de knoppen waaraan je kunt draaien.” Zo bleek maar liefst zestig procent van het energieverbruik te zitten in de luchthuishouding van de cleanrooms, de steriele productieruimtes waar onder andere de anticonceptie- en fertiliteitsmiddelen van Organon worden gemaakt.
“Je kunt die ruimtes vergelijken met een operatiekamer”, legt hij uit. “Alles moet aan strikte kwaliteitseisen voldoen. Dus je kunt niet zomaar de temperatuur of luchtvochtigheid verlagen. Maar door kritisch te kijken ontdekten we dat er ruimte zat tussen wat we deden en wat écht nodig was. Daarover moet je stevige gesprekken voeren met je kwaliteitsafdeling, de veiligheid van onze producten en medewekers mag immers nooit in het gedrang komen, maar het levert veel op.”
Het aanpassingswerk is technisch en taai. “Sommige luchtbehandelingskasten zijn net zo oud als ik, bijna een halve eeuw”, grapt Van Hastenberg. “En we hebben het niet over één knop omzetten, maar over tientallen installaties vernieuwen.” Toch werpt de aanpak vruchten af. “We zien concreet resultaat en dat motiveert enorm.” Zo zijn inmiddels van een groot aantal productieruimtes de ventilatievouden verlaagd en zijn de regelingen voor temperatuur en luchtvochtigheid geoptimaliseerd. Deze wijzigingen hebben geleid tot een fikse reductie van onze CO2 uitstoot en een flinke kostenbesparing.
Organon wil in 2035 volledig klimaatneutraal zijn voor wat betreft energie. Om dat te bereiken werkt het bedrijf volgens vier pijlers: inzicht creëren, verbruik reduceren, gas uitfaseren en overstappen op hernieuwbare energie. “Het vraagt een lange adem”, zegt Van Hastenberg. “We hebben nog gasgestookte ketels en gebruiken stoom in het productieproces. Dat moet allemaal anders worden ingericht. Maar we hebben een plan en we leren elke dag.”
Wat helpt, is dat duurzaamheid in Oss breed wordt gedragen. “Het management steunt dit volop, dat is cruciaal. En het mooie is: als mensen zien dat verduurzaming ook kosten bespaart, dan worden ze vanzelf enthousiast. Duurzaamheid is bij ons geen hobbyclub, het is gewoon slim bedrijfsbeleid.”
Energie en klimaat zijn dus belangrijk, maar ook de sociale kant speelt een rol in Organons duurzaamheidsaanpak. Als geneesmiddelenbedrijf dat zich richt op vrouwengezondheid, ziet Organon duurzaamheid breder dan alleen milieu.
“Onze producten helpen vrouwen wereldwijd meer grip te krijgen op hun eigen toekomst”, licht Van Hastenberg toe. “Bijvoorbeeld via anticonceptieprogramma’s in landen met een laag of middeninkomen die we samen met diverse foundations en NGO’s ondersteunen. Dat vind ik het mooie van ons werk; we dragen niet alleen bij aan een gezondere planeet, maar ook aan gelijke kansen.”
Verduurzamen stopt voor Organon niet bij de eigen fabriekspoort. Het bedrijf werkt aan circulaire inkoop, minder verpakkingsmateriaal en nieuwe manieren van bevochtigen zonder gas of stoom. Ook buiten de organisatie zoekt Organon de verbinding.
“We werken op een bedrijventerrein waar we met buren als Pivot Park, Aspen, IBN, Ardagh en Zwanenberg kijken hoe we samen kunnen verduurzamen”, vertelt Van Hastenberg. “De provincie Noord-Brabant stimuleert dat via het programma Grote Oogst. We onderzoeken bijvoorbeeld gezamenlijke warmte-uitwisseling. Soms ontdek je dat je samen verder komt dan alleen.”
Van Hastenberg adviseert aan andere bedrijven die aan duurzaamheid willen werken om ‘gewoon te beginnen’. “Je hoeft het niet allemaal zelf uit te vinden. Leer van anderen, werk samen met de overheid, meet wat je doet en verbeter stap voor stap. En leg goed uit waarom het zo belangrijk is om te verduurzamen. Mensen willen best veranderen, als ze begrijpen waaróm.”
“En maak het niet te ingewikkeld”, zegt Van Hastenberg tot slot. “Begin gewoon. Doe het licht uit als je een ruimte verlaat, kijk kritisch naar wat je zelf kunt doen. Al die kleine stappen samen maken een groot verschil, zeker als je het met velen doet. Duurzaamheid is niet iets wat je ernaast doet, het hoort gewoon bij je werk.”