16-09-2025

'Europa zet in op hartgezondheid, ook Nederland moet doorpakken'

Scroll om meer te ontdekken
Eén op de drie overlijdens, dertien miljoen nieuwe diagnoses per jaar en €282 miljard aan kosten¹: onverbiddelijke cijfers over hart- en vaatziekten in Europa. Op ons continent zijn deze aandoeningen nog altijd de grootste doodsoorzaak. Europese koepelorganisatie EFPIA pleit dan ook voor een EU Cardiovascular Health plan om het tij te keren.

 

In haar position paper, dat EFPIA vorige week publiceerde, doet zij een heldere oproep: meer preventie, vroegtijdige opsporing en betere zorg voor patiënten, met een stevige inzet op samenwerking en innovatie. “Ook voor Nederland is dit een belangrijk signaal”, vindt Dineke Amsing, directeur Beleid & Samenwerkingen bij de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen.

Stevige aanpak nodig

“Ons land kent uitstekende acute zorg bij hartinfarcten en beroertes, maar de chronische last van hart- en vaatziekten neemt snel toe”, legt Amsing uit. Bij één op de vijf mensen die vóór het 65 jaar overlijdt, zijn deze aandoeningen de onderliggende oorzaak¹. In Nederland kampen op dit moment 1,7 miljoen mensen met een hart- of vaatziekte. “Beeld je eens in: dat is één op tien mensen in ons land!”

“Zonder stevige aanpak groeit dit aantal naar 2,6 miljoen in 2030²”, vervolgt Amsing. “Dat brengt een enorme druk op kwaliteit van leven, arbeidsproductiviteit en zorgkosten met zich mee.” Alleen al in 2019 bedroegen de kosten van hart- en vaatziekten in Nederland €6,8 miljard². “Dit vraagt om politieke keuzes en structurele samenwerking, juist in verkiezingstijd.”

Wat er al goed gaat

Nederland heeft internationaal een sterke reputatie in acute zorg . De spoedinterventies bij hartinfarcten en beroertes, zoals dotterprocedures en snelle ambulance-aanrijtijden, zijn goed georganiseerd. Daardoor is de sterfte in acute situaties de afgelopen decennia flink afgenomen². “De afgelopen decennia hebben we enorme stappen gezet in de acute zorg. Dat is een prestatie om trots op te zijn,” zegt Amsing.

Daarnaast toont de Dutch CardioVascular Alliance (DCVA), waar ook de VIG partner van is, dat samenwerking dé route is. Onderzoekers, patiëntenorganisaties, zorgprofessionals, industrie en fondsen werken samen om de ziektelast met 25% te verminderen in 2030³. Zo worden in consortia zoals Check@Home en CONTRAST 2.0 innovatieve screening- en behandelmethoden ontwikkeld die de zorg meetbaar verbeteren³.

Waar verandering nodig is

Tegelijkertijd zijn er grote uitdagingen. Veel sterfte en slechte levenskwaliteit zijn te voorkomen door structurele preventie en vroege opsporing¹. Nederland mist echter nog een landelijke aanpak. Ook versnippering van zorgdata is een knelpunt. Hoewel er waardevolle registraties bestaan, ontbreekt een landelijke infrastructuur².

Een derde pijnpunt is hartfalen. Hoewel er jaarlijks vele mensen met hartfalen in het ziekenhuis belanden, is de herkenning en kennis in de zorg over hartfalen nog onvoldoende. De prognose is somber: 65% van de patiënten overlijdt binnen vijf jaar na een eerste ziekenhuisopname². “Hartfalen is daarmee dodelijker dan veel vormen van kanker, maar krijgt nog te weinig politieke en maatschappelijke prioriteit”, stelt Amsing.

Structureel programma

EFPIA en de DCVA zijn het erover eens: er is een structureel programma nodig om chronische hart- en vaatziekten terug te dringen. Ook Amsing schaart zich daar volledig achter: “We kunnen het ons niet permitteren om te blijven hangen in versnippering en goede bedoelingen. Het is tijd voor een structurele nationale aanpak.”

De inbreng van de DCVA voor de verkiezingsprogramma’s maakt dat concreet. Het samenwerkingsverband wil onder meer reguliere gezondheidschecks die iedereen bereiken. Daarmee kunnen hartritmestoornissen, hoge bloeddruk of verhoogd cholesterol vroeg gesignaleerd worden, waardoor beroertes en infarcten voorkomen kunnen worden¹,².

Daarnaast pleit de DCVA voor een nationale data-architectuur, waarin ook kunstmatige intelligentie kan worden toegepast om risico’s te voorspellen en zorg beter af te stemmen op de patiënt². En zij roept om tot erkenning van hartfalen als een prioriteit.

Breed palet maatregelen

Ook EFPIA schetst een breed palet aan maatregelen in haar position paper: van cardiovasculaire gezondheidschecks in de eerste lijn tot centra van excellentie, digitale innovaties en betere therapietrouwprogramma’s¹.

En de koepelorganisatie beveelt aan om vaccinatieprogramma’s in de cardiovasculaire zorg te integreren¹. Amsing licht dit toe: “Vaccinatie tegen influenza blijkt het risico op hart- en vaatcomplicaties met een derde te verminderen. Zulke preventieve maatregelen zijn eenvoudig, kosteneffectief en leveren direct gezondheidswinst op.”

Doorpakken

Volgens Amsing is dit hét moment om door te pakken: “Europa geeft ons met dit plan de wind in de rug. Nu moet Nederland laten zien dat we die wind durven te vangen. De verkiezingsprogramma’s liggen op tafel. En de DCVA heeft ruimschoots aangetoond dat samenwerking levens kan redden.”

“Laten we daarom samen met alle betrokken partijen – overheid, wetenschap, patiënten, gezondheidszorg en geneesmiddelenbedrijven – diezelfde energie richten op preventie, vroege opsporing en chronische zorg. Hart- en vaatziekten verdienen die prioriteit.”

Bronnen

  1. EFPIA & Vaccines Europe: EU Cardiovascular Health Plan – Position paper (september 2025)
  2. DCVA: Inbreng verkiezingsprogramma’s 2025: Geef hart- en vaatziekten prioriteit (2025)
  3. Saing S. et al., Making a difference: describing and evaluating the impact of the Dutch CardioVascular Alliance, Netherlands Heart Journal (2025)