PFAS zijn stoffen die ten minste één CF₂- of CF₃-groep bevatten. Dat maakt de stoffen bij uitstek geschikt voor toepassingen waar stabiliteit, water- en vetafstoting en langdurige werkzaamheid belangrijk zijn. Daarom worden PFAS gebruikt in regenjassen en koekenpannen, maar ook in geneesmiddelen.
In de geneesmiddelensector worden PFAS gebruikt in vrijwel alle fases van het ontwikkelproces. De Lange: ‘PFAS worden gebruikt van laboratoriuminstrumenten en chemische synthesestappen tot verpakkingsmaterialen, opslag en zelfs medische hulpmiddelen zoals inhalatoren.’
‘Zonder deze stoffen is de productie van veel medicijnen, zoals insuline, vaccins of behandelingen voor auto-immuunziekten, momenteel simpelweg niet mogelijk’, vervolgt zij. ‘Bovendien zijn alternatieven vaak minder effectief, minder stabiel of brengen ze grotere bijwerkingen met zich mee.’
In haar presentatie legde De Lange uit dat PFAS niet zonder risico zijn: ‘Ze breken niet of nauwelijks af in het milieu, hopen zich op in voedselketens en kunnen schadelijke gezondheidseffecten hebben.’ De maatschappelijke roep om PFAS te verbannen vindt zij dan ook begrijpelijk. ‘De sector werkt hard aan onderzoek naar alternatieve stoffen voor PFAS. Maar op dit moment is er nog geen veilig en effectief alternatief voor.’
Hoewel een volledig PFAS-vrij alternatief op korte termijn onhaalbaar is, zet de sector wel stappen richting verduurzaming. ‘Denk aan het hergebruik van schaarse metalen, ‘groene chemie’, milieuvriendelijke formuleringen en strengere ontwerpcriteria voor nieuwe geneesmiddelen’, licht De Lange toe.
Zij vindt het belangrijk dat er meer kennis komt bij onder andere patiënten en beleidsmakers over de toepassing van PFAS in de geneesmiddelensector. ‘Wanneer een PFAS verwerkt is in een medicijn, gaat dit slechts om korte PFAS-groepen. En de afweging tussen werkzaamheid voor de patiënt en milieu-impact is ingewikkeld.’
Tot slot van haar presentatie roept De Lange op tot realisme in de PFAS-discussie. Gebruik van PFAS tijdens de productie van geneesmiddelen kan “schoon”, zonder emissie. Anders gezegd: deze PFAS verlaten de fabriek niet en blijven in een beschermde omgeving. Dit maakt een verbod op deze stoffen bij de productie onnodig.’
‘Ten aanzien van gebruik van PFAS in de samenstelling van geneesmiddelen maakt de sector stappen’, vervolgt De Lange. ‘De sector is bereid mee te denken en te verduurzamen, maar heeft ruimte nodig om innovatieve therapieën te blijven ontwikkelen. Een overhaast verbod zou kunnen leiden tot tekorten of slechtere behandelopties.’
De Lange pleit daarom voor een evenwichtige aanpak: samenwerking tussen overheid, wetenschap en industrie, heldere risicocommunicatie en het stimuleren van innovatieve, PFAS-arme alternatieven. ‘Zo werken we toe naar innovatieve therapieën die zowel effectief en veilig, als duurzaam zijn.’