Dat zelfs problemen in de allerkleinste vaatjes serieuze hartklachten kunnen veroorzaken, is inmiddels bekend. Vrouwen hebben vaker last van deze coronaire vaatdysfunctie dan mannen. Maar de diagnose is lastig te stellen. Cora: ‘Ik was 33. Altijd moe, ademnood, en ik had pijn op de borst, in m’n schouder en arm. Eigenlijk was ik, volgens de huisarts, nog te jong voor een hartaandoening. Ik voelde me een aansteller, maar ik was bang. Mijn vader was op zijn 46e aan een hartaandoening overleden. Na een jaar of zes aanmodderen kwam ik gelukkig bij cardioloog prof. dr. Angela Maas. Zij dacht aan vaatspasmes. Ik kreeg een provocatietest en hartcatheterisatie. En eindelijk een diagnose: CMD.’
Cora is getrouwd en heeft twee kinderen, twee bonuskinderen en bonuskleinkinderen. Vaak heeft ze in het huishouden hulp van hen nodig. ‘Want alles voelt voor mij als een marathon. Daarom verdeel ik taken in kleine klusjes.’
Ook haar baan werd Cora te zwaar. Tot 2020 was ze kraamverzorgster. ‘Maar dat kon ik niet meer doen. Ik ben afgekeurd. Dat deed veel met mijn identiteit en zelfvertrouwen. En het punt is: je ziet niets aan mij. Dat is misschien nog wel het moeilijkste. Anderen weten dus niet wat deze ziekte doet. Zij zien mij wel soms naar een feestje gaan, “maar ze werkt niet”. Dat ik na zo’n avond soms dagen nodig heb om bij te komen, weet vrijwel niemand behalve mijn man. De vraag die ik mijzelf dan stel is: was dit het waard? Voor mij is dat bijna altijd een ja. Ik wil ook een beetje leven, en ben te jong om altijd maar op de bank te zitten.’
Ze erkent dat ‘op de bank zitten’ sowieso makkelijker klinkt dan het is. Want ook in rust heeft ze klachten. ‘Naast de fysieke pijn, ben ik angstig en onzeker. Soms heb ik aanvallen met hartkloppingen, zweetbuien en het gevoel dat het niet goed komt. En vooral ’s nachts heb ik af en toe het gevoel te stikken. Dat overrompelt mij. Hoort dit bij de CMD of heb ik een hartaanval, denk ik dan. Dan raak ik bijna in paniek.’
Toch blijft Cora optimistisch en positief. ‘Daar komt je gewoon verder mee. Optimisme maakt meer mogelijk dan je denkt. Zo blijf ik genieten van kleine dingen als wandelen in de natuur, lezen, en leuke dingen doen met kinderen en kleinkinderen. Ik ben ook blijven sporten en kijk steeds naar wat wel kan en lukt.’
Om de ziekte onder controle te houden, slikt Cora dagelijks verschillende medicijnen, waaronder een bètablokker, calciumantagonist en zo nodig nitroglycerinespray voor onder de tong.
‘Ik ben blij dat ik goede medicatie heb. Want anders had het echt heel anders kunnen aflopen. Alleen zijn de medicijnen niet altijd leverbaar. Ik word dan altijd wat onzeker als ik over moet stappen op een soortgelijk middel of een ander merk. Want dat geeft vaak bijwerkingen of meer klachten.’
Naast dit ongemak is ze vooral opgelucht dat de juiste diagnose is gesteld. ‘En dan moet je niet vergeten dat je leeft. Je bent meer dan een chronische ziekte. Ook daarmee is het leven zeker de moeite waard!’