29-10-2025

Verkiezingsophef over bevriezing van zorg, terwijl het basispakket al half is ingevroren

Scroll om meer te ontdekken

Na de ophef in de verkiezingscampagne over het bevriezen van het basispakket lijkt iedereen het erover eens: nieuwe, goed werkende geneesmiddelen en behandelingen moeten gewoon beschikbaar blijven voor patiënten. Maar terwijl menigeen zich uitspreekt tegen een ‘bevriezing van de zorg’, is het al jaren staande praktijk dat de instroom van nieuwe geneesmiddelen in Nederland stevig wordt afgeremd door procedures, budgetplafonds en lange wachttijden.

 

Het idee van een bevroren basispakket duikt regelmatig op in de politieke discussie over betaalbare zorg. Recente doorrekeningen van partijprogramma’s door het Centraal Planbureau (CPB) suggereren miljardenbesparingen als nieuwe behandelmethoden niet langer automatisch worden vergoed. Patiëntenorganisaties en gezondheidseconomen noemen dat onrealistisch: het zou de toegang tot zorg verder beperken en de ongelijkheid vergroten.

Politieke keuzes

Mark Kramer, voorzitter van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG), ziet een opvallende tegenstelling. ‘Vrijwel iedereen vindt het onwenselijk om innovatie te bevriezen. Intussen duurt het in Nederland wel gemiddeld vijftien maanden totdat nieuwe behandelingen toegankelijk zijn voor patiënten, terwijl in een aantal andere Europese landen blijkt dat het ook veel sneller kan. Dat is een kwestie van politieke keuzes.’

De strikte toelatingsprocedures maken Nederland tot een van de strengste landen van Europa. Nieuwe geneesmiddelen worden pas opgenomen in het basispakket na een uitgebreide beoordeling van hun effectiviteit en kosteneffectiviteit. Daarbovenop komt de zogenoemde sluis, waarin het ministerie van Volksgezondheid eerst onderhandelt over de prijs.

Die terughoudendheid contrasteert met de feiten. Uit cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit blijkt dat de uitgaven aan intramurale geneesmiddelen al jaren stabiel zijn of zelfs licht dalen als aandeel van het totale ziekenhuisbudget. Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek laat zien dat de groei van het genees- en hulpmiddelenbudget een van de laagste is binnen de zorg. Nederland geeft relatief weinig uit aan nieuwe medicijnen, vergeleken met de meeste andere Europese landen.

Van bevriezen wordt niemand warm

De conclusie ligt voor de hand: de uitgaven aan nieuwe geneesmiddelen zijn onder controle. Maar die controle heeft haar grenzen bereikt. Verdere aanscherping van toelating en budgettering zal de kosten nauwelijks verlagen – hooguit de toegang verder vertragen. Van bevriezen wordt niemand warm. Niet de politiek, niet de zorg, en zeker niet de patiënt.

Volgens Kramer is het tijd dat het debat weer op cijfers en waarde wordt gebaseerd. ‘De zorg is niet onbetaalbaar geworden door innovatie. De echte vraag is wat vernieuwing oplevert: minder ziekenhuisopnames, verlichting van personeelstekorten, betere kwaliteit van leven. Als we innovatie blijven zien als kostenpost, dan bevriezen we niet alleen het basispakket, maar ook de vooruitgang zelf.’

Bevriezen schuurt met industriebeleid

Ondertussen verliest Europa terrein in medische innovatie. Door prijsdruk en trage besluitvorming verplaatsen bedrijven hun onderzoek naar de VS en Azië. Kramer waarschuwt dat Nederland die trend niet moet versterken. ‘We hebben hier alles in huis om koploper te blijven, maar dan moeten we innovatie stimuleren en  waarbij we oog voor meer is dan alleen kostenbeheersing.’

Juist daarom schuurt het debat over bevriezing met het nieuwe industriebeleid van het ministerie van Economische Zaken. In dat beleid worden innovatieve geneesmiddelen aangewezen als strategische focussectoren voor Nederland.

Meer nieuws