In 2020 liet het aantal kankerdiagnoses een dip zien. Dit kwam door uitstel van (huis)artsbezoek, het tijdelijk stopzetten van bevolkingsonderzoeken naar kanker en afschaling van de zorg in de eerste maanden van de COVID-19-pandemie. In 2021 was het aantal diagnoses weer in lijn met de verwachting bij alle soorten kanker.
Dit blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie die Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) deelt in het kader van Wereldkankerdag 4 februari.
Borstkanker, plaveiselcelcarcinoom van de huid, longkanker, prostaatkanker en darmkanker waren in 2021 de meest voorkomende vormen van kanker. Bijna 60% van alle nieuwe kankerpatiënten had een van deze vormen van kanker. Andere veel voorkomende kankersoorten zijn hematologische aandoeningen (o.a. leukemie en lymfklierkanker), melanoom, kanker van de urinewegen (o.a. blaas en nier), kanker van de lever, galwegen en alvleesklier en kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen (o.a. baarmoeder en eierstokken).
Darmkanker is de enige veelvoorkomende kankersoort die steeds minder vaak voorkomt. Het aantal diagnoses was in 2021 lager dan in 2019. Doordat bij het bevolkingsonderzoek darmkanker veel voorstadia van darmkanker worden opgespoord en verwijderd, daalt het aantal gevallen al enkele jaren.
Afgezien van het eerste coronajaar, 2020, worden er elk jaar weer meer diagnoses kanker gesteld. Dat komt omdat de Nederlandse bevolking groeit en omdat Nederlanders steeds ouder worden. Kanker komt het meest voor bij ouderen: een derde van de patiënten was in 2021 bij diagnose 75 jaar of ouder, ruim 40% was tussen de 60 en 75 jaar oud. Van alle nieuwe kankerpatiënten was 6% jonger dan 45 jaar.
De gegevens over het stadium bij diagnose geven geen aanwijzingen dat er in 2020 door eventueel uitstel van de diagnose meer patiënten uitzaaiingen hadden bij diagnose. Gevreesd werd dat de daling van het aantal kankerdiagnoses in het voorjaar van 2020 zou leiden tot een latere diagnose met een ongunstiger stadium (d.w.z. dat de ziekte zich verder uitgebreid in de lymfeklieren of uitgezaaid heeft naar andere delen van het lichaam). De daling van het aantal diagnoses in het voorjaar van 2020 was het grootst bij patiënten zonder uitzaaiingen. Ook het aantal nieuwe diagnoses met uitzaaiingen in lymfeklieren daalde, maar minder dan het aantal patiënten met helemaal geen uitzaaiingen.