Ja, maar helaas kunnen we nog steeds niet iedereen helpen. Voor sommige patiënten komt een behandeling te laat of is er simpelweg nog geen behandeling beschikbaar. Daar komt klinisch onderzoek om de hoek kijken.
Dat is wetenschappelijk onderzoek met patiënten die in behandeling zijn op een verpleegafdeling of op de polikliniek. Het is erop gericht nieuwe behandelingen te ontwikkelen.
Ieder jaar besteedt de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) aandacht aan World Clinical Trial Day. Dit is de dag waarop in 1747 de eerste klinische studie werd uitgevoerd op een Brits marineschip. Een scheepsarts waagde een poging om de vele gevallen van scheurbuik op het schip te behandelen met een behandeling die hij zelf bedacht. Nu, 275 jaar later, is klinisch onderzoek een uiterst innovatief werkveld en een essentiële fase in de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel. Oftewel: zonder klinisch onderzoek geen nieuw geneesmiddel.
World Clinical Trial Day is een dag waarop wij aandacht vragen voor dit bijzondere onderdeel van ons werk. Klinisch onderzoek brengt patiënten, artsen en bedrijven samen. Hun inzet zorgt ervoor dat nieuwe behandelingen ontwikkeld kunnen worden, artsen hun medische expertise vergroten en patiënten toegang krijgen tot innovatieve behandelingen die nog niet op de markt zijn. De investeringen in onderzoek en ontwikkeling die nodig zijn voor klinisch onderzoek zijn bovendien een grote stimulans voor de economie. Het is publiek-private samenwerking op z’n allerbest.
We lijken soms te vergeten hoe bijzonder het is dat we in Nederland zo’n goed systeem hebben voor klinisch onderzoek. Het draait allemaal om samenwerking, en laten we daar als Nederland nou net kampioen in zijn. Een bekende en vaak genoemde verklaring is het poldermodel. Als handelsland zijn we altijd ingesteld geweest op overleg en samenwerking. Bij klinisch onderzoek komt deze samenwerking tot uiting op de campussen en science parks die rondom de UMC’s zijn ontstaan. Dat is geen toeval, maar het resultaat van jarenlang bewust beleid. Alles wat nodig is voor klinisch onderzoek, is daar aanwezig en dat werkt als een magneet op nieuwkomers. Toch lijkt dit vooral een verhaal wat alleen binnen Nederlandse muren verteld wordt.
Om dit te illustreren, heb ik een plaatje ingevoegd dat laat zien hoeveel klinische studies er in Nederland plaatsvinden ten opzichte van andere Europese landen. Wat valt op? We staan in de kopgroep, dat is goed nieuws. Maar we komen niet in de buurt van onze buurlanden België en Denemarken. En nog belangrijker, het verschil met Oostenrijk, Finland, Zweden, Zwitserland is minimaal. We hadden ook achtste kunnen staan. Past dat nu bij een land met een van de beste zorgsystemen ter wereld?
Voor een land met zoveel potentie mogen we best wat meer ambitie tonen. Onszelf in de etalage zetten. Weg met de Hollandse bescheidenheid! En dat is mijn oproep aan jou als lezer. Zet je in voor een sterk onderzoeksklimaat in Nederland. Vertel trots aan (buitenlandse) collega’s over de gecentraliseerde zorg in Nederland, de hoge concentratie kennis en kunde in een klein gebied, de bijzondere constructie van UMC’s die onderzoek combineren met de kliniek. Breng over hoe makkelijk het is om te sparren met key opinion leaders en principle investigators via alle netwerken en kennisplatforms die er zijn. Er is genoeg te vertellen en dat is ook nodig, want klinische studies komen er niet vanzelf.
En scheurbuik? Dat bleek eenvoudig te voorkomen door genoeg citrusvruchten te eten. De patiënten herstelden snel en tegenwoordig komt de ziekte nauwelijks nog voor!
Erwin Vermeulen, projectleider Innovatie bij de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)
VIG Factsheet klinisch onderzoek 2021