03-09-2019

Blog Gerard Schouw: Postcodegeneeskunde

In Nederland kan een patiënt in Meppel een krachtig nieuw kankermedicijn soms vele maanden eerder krijgen dan in bijvoorbeeld Amersfoort. Of andersom. Die regionale verschillen moeten we zo snel mogelijk de wereld uit helpen.

‘Ook als een geneesmiddel wordt vergoed, zie je grote verschillen tussen de beschikbaarheid in ziekenhuizen’, zei Carin Uyl, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit, afgelopen week in het Pharmaceutisch Weekblad. Dat die zogeheten uptake van nieuwe medicijnen trager verloopt dan in een land als België, weten we langer. Momenteel laten wij in kaart brengen hoe groot die verschillen tussen onze ziekenhuizen precies zijn.

Van belang is natuurlijk ook waaróm die verschillen soms zo groot zijn. Je hoeft geen Einstein te zijn om te bedenken dat hier een budgetargument speelt. Vanwege het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg ligt het ziekenhuisbudget strak aan de ketting. Vanaf 2021 mag dat budget zelfs helemaal niet meer groeien. Dat is een hinderlijke rem op innovatie, ik kan het helaas niet anders omschrijven. Iedereen weet immers: nieuwe therapieën vinden tegenwoordig hun weg naar de patiënt via het ziekenhuis, niet via de huisarts. En blijkbaar ziet het ene ziekenhuis daarbij meer budgetruimte voor bijvoorbeeld een revolutionaire celtherapie dan het andere.

Dit gaat natuurlijk niet alleen om geld. Ook de kat-uit-de-boom houding is op de ene locatie prominenter en meer vertragend dan op de andere. Dat mondt uit in een variërend voorschrijfbeleid, oftewel praktijkvariatie.

De vraag aan de politiek is of het acceptabel is om je woonplaats bepalend te laten zijn voor je kansen op genezing. Ik denk dat we dat niet moeten willen, want daar is Nederland domweg te klein en te welvarend voor. Het ondergraaft de solidariteitsgedachte die aan de basis ligt van ons zorgstelsel.

Saillant is ook dat hierdoor veel mensen niet eens wéten wat ze missen. Hoe ontdek je als patiënt waar je moet zijn? Wie op internet gaat grasduinen, komt veel te weten. Hetzelfde geldt voor patiënten die te rade gaan bij hun patiëntenorganisatie, die hierover meer kennis hebben. Maar dat vraagt dus een wakkere, actieve houding.

Later dit jaar publiceren we exacte cijfers over de genoemde verschillen. Laten we hopen dat helderheid over de feiten bijdraagt aan het bestrijden van postcodegeneeskunde!

Gerard Schouw,
directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen