04-05-2021

Blog Sara McCabe: De parel van Nederland

Sara Mc Cabe
Dat zo’n klein landje, zo’n economische impact kan maken. Als Amerikaanse verbaasde ik mij daar weleens over. Maar nu ik hier zelf woon, zie ik hoe goed het ecosysteem is dat daaraan ten grondslag ligt.

Een (doorgaans) stabiele democratie, een goede infrastructuur, academische opleidingscentra van niveau en een hooggekwalificeerde beroepsbevolking. Niet voor niks is de EMA naar Amsterdam verhuisd en zijn er veel geneesmiddelenbedrijven hier gevestigd. En dat is niet alleen belangrijk om ons op de wereldkaart te zetten, maar vooral ook goed voor Nederlandse patiënten en onze economische groei.

In de geneesmiddelensector werken op dit moment 65.000 medewerkers en 7.800 in klinisch onderzoek. Er zijn honderden kleinere en grotere bedrijven, fabrieken die levensreddende medicijnen produceren en distribueren. De afgelopen jaren is deze sector uitgegroeid tot een krachtig en bloeiend ecosysteem, dat volop inspeelt op de kansen die Nederland te bieden heeft. Dat beperkt zich niet alleen tot geneesmiddelen. Ook andere technologische innovaties, zoals sensoren en artificial intelligence (AI) ten dienste van de gezondheid, maken het verschil.

Toen Amgen, het bedrijf waarvoor ik werk, in 1997 in Breda haar productie en logistieke operaties begon, waren onder meer de aanwezigheid van havens in Rotterdam en Antwerpen, de nabijheid van verschillende vliegvelden, het stabiele sociaal-economische klimaat en een grote internationale diversiteit in mensen redenen om hier te beginnen. ‘De sterke en consistente logistieke infrastructuur in Nederland is voor ons van essentieel belang’, aldus mijn collega Jan Bouman – site director van Amgen Europe. ‘Mede daardoor hebben we nog nooit een medicijntekort gehad in onze aflevermarkten.’

Ook de EMA creëert een extra impuls en kansen voor Nederland in de twee jaar dat zij hier gevestigd zijn. De investeringen in Nederland zijn het afgelopen jaar aangewakkerd door de coronapandemie en zijn er vele miljoenen geïnvesteerd, maar de trend is al langer gaande. Nederland speelt vaker een rol. Onlangs maakte bijvoorbeeld het Amerikaanse Bristol Myers Squibb (BMS) bekend dat zij in het Leiden Bio Science Park een nieuwe celtherapiefaciliteit gaan bouwen. Daarin gaan zij CAR-T-celtherapie produceren en ontwikkelen voor onder meer patiënten met bloedkanker, oftewel leukemie. Goed nieuws voor patiënten en de werkgelegenheid!

Ik zie ook dat de veertien universiteiten en acht universitaire medische centra goed kunnen samenwerken met het bedrijfsleven bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en bij het uitvoeren van klinische studies. Ook binnen Amgen scoort Nederland goed als het gaat om klinische studies – juist om die redenen. Nederland staat bijvoorbeeld op nummer 8 op de lijst van belangrijkste landen voor klinische studies met meer dan 700 patiënten. Dat is goed voor bijvoorbeeld die uitbehandelde patiënt, die toch weer kans maakt op genezing, maar zeker ook voor andere patiënten. Bij gebleken succes hebben de Nederlandse medici namelijk al ervaring opgebouwd met de toepassing van deze innovatieve medicijnen of therapieën.

Ook al beseffen we het nog niet altijd ten volle: Nederland heeft een parel in huis met de hoogwaardige life sciences and health sector (LSH). Met de lessen van COVID-19 nog vers in het geheugen, is dit het uitgelezen moment om onze positie als ‘Boston aan de Noordzee’ verder uit te bouwen. Als Nederland d én medicijnhub van Europa wordt, qua ontwikkeling, productie en distributie, wordt ons land gezonder, weerbaarder en welvarender. Belangrijk daarbij is ook dat onze sector een scherp oog heeft voor duurzame productie. Maar al die voordelen zijn alleen mogelijk als overheid, bedrijven, wetenschappers, ziekenhuizen en anderen goed samenwerken. Laten we daarvoor gaan!

Sara McCabe
(general manager Amgen Nederland)

BMS bouwt CAR-T celfaciliteit in Leiden

Boston aan de Noordzee [PDF]

Boston by the North Sea [PDF]