19-04-2022

Clémence Ross-van Dorp: Act to connect

Clemence Ross - LSH
Stel je voor, dat je in een voetbalteam de rechtsback of een andere speler zou uitsluiten van de teambesprekingen. Net als in een voetbalteam heb je ook in de Life Sciences & Health-sector álle spelers op het veld nodig, aldus Clémence Ross-van Dorp. Als ambassadeur van de sector pleit zij voor een nationale aanpak en een optimaal samenspel tussen álle ketenpartners: de onderzoekers in de academie, de klinische praktijk, het onderwijs, de overheid én het bedrijfsleven.

Op 12 april organiseerde Ross-van Dorp de LSH-Manifestatie in Theater Amsterdam. Doel: de kracht van het Nederlandse LSH-ecosysteem tonen en het belang van samenwerking daarin. Want ‘er is al veel, we moeten het gewoon samen gaan doen!’

Regionaal weet men elkaar in Nederland goed te vinden, constateert Ross-van Dorp. In Leiden en Oss zijn met steun van gemeentebesturen stevige ambities geformuleerd om de samenwerking in de lokale science parks te verstevigen en wordt innovatie aangejaagd met een aantrekkelijk vestigings- en ontwikkelingsklimaat. Maar op veel meer plekken in het land – vaak geconcentreerd in science park of campus - vindt onderzoek, innovatie en productie plaats. Nederland is eigenlijk één grote connected LSH-metropolis. ‘In veel opzichten doen we het vergeleken met andere landen goed. Maar de samenwerking tussen de regionale clusters is nog fragiel en daarom is het belangrijk dat er ook een nationale agenda is’, vindt Ross-van Dorp. Act to connect to act luidde het devies tijdens de manifestatie.

Connected overheid

In landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is een langetermijnvisie op de Life Sciences & Health-sector geformuleerd. In Nederland is die er nog niet. Op dit moment zijn vier departementen relevant voor ontwikkelingen in de Life Sciences & Health Sector, namelijk Economische Zaken en Klimaat (EZK), Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS), Onderwijs Cultuur en Wetenschap en Infrastructuur & Waterstaat. ‘Hierdoor staan onze ambities in veel verschillende beleidsnota’s’, constateert Ross-van Dorp. ‘De ministeries van EZK en VWS hebben nu in navolging van andere Europese landen een korte en pakkende weergave hiervan gemaakt.’ Dit zogenaamde LSH-paper verschijnt binnenkort. De minister-president schreef het voorwoord, waarin hij onder andere zegt dat Nederland helemaal klaar is voor een leidende rol in Europa en de wereld op het gebied van de life sciences.

Ketenbenadering

In Nederland wordt veel geneesmiddelenonderzoek gedaan, dat volgens Ross-van Dorp effectiever benut kan worden. ‘Het zou goed zijn om voor de regie hierop een Expertisecentrum voor Geneesmiddelenontwikkeling in te richten, naar het voorstel van de KNAW.’

Ross-van Dorp: ‘De ontwikkeling van geneesmiddelen is een ketenvraagstuk. Je moet naar de hele keten kijken als je het proces van geneesmiddelenontwikkeling en -inzet effectiever wilt maken. Een Expertisecentrum zou samen met alle veldspelers kunnen komen tot een optimaal systeem voor Nederland.’

Sjaak Neefjes (hoofd van de afdeling Cel en Chemische Biologie in het Leids Universitair Medisch Centrum) – één van de sprekers tijdens de LSH-Manifestatie – gaf ook aan dat er in zijn optiek nog veel mis gaat in het proces van bench to bedside. Volgens Neefjes ontbreekt in de academie en bij start-ups nog de nodige kennis over het proces om te komen tot een werkend geneesmiddel, waar de patiënt baat bij heeft. ‘Hoe produceer je volgens GMP-richtlijnen? Hoe zet je klinische studies op? Het Expertisecentrum moet de kennis op dat punt bij elkaar gaan brengen.

Boston als voorbeeld

Deelnemers aan een handelsmissie in 2019 naar Boston zagen wat een goede samenwerking tussen academie, ziekenhuizen en industrie kan opleveren. De VS beschikt over een ecosysteem waarbij partijen snel en zorgvuldig naar de markt kunnen met een innovatie. Samenwerking tussen de academie en farmaceutische bedrijven is daar normaal. ‘In Nederland is die samenwerking lastiger vanwege het minder positieve sentiment in Nederland over farmaceutische bedrijven. COVID-19 heeft op dat punt wel voor een positieve disruptie gezorgd’, vindt Clemence Ross-van Dorp. ‘De farmaceutische industrie bewees haar waarde door heel snel goede vaccins te ontwikkelen. Ziekenhuizen zijn data gaan uitwisselen en veel beter gaan samenwerken. Alle ketenpartners werkten samen om klinische studies snel én zorgvuldig te kunnen uitvoeren.’

Nationaal Actieprogramma

De komst van het Europees geneesmiddelenagentschap EMA biedt veel mogelijkheden en was de aanleiding om te starten met het Actieprogramma ‘Nieuwe kansen voor Topsector LSH’. Ross-van Dorp was daar de afgelopen twee jaar ambassadeur van. Emer Cooke, directeur van het EMA en ook spreker op de LSH-Manifestatie, benadrukte de brugfunctie van het EMA tussen het geneesmiddel en de patiënt. Tijdens de pandemie zagen we de impact die geneesmiddelen kunnen hebben. Om alle stappen in het proces te verstellen, heeft de EMA science regulatory strategy ontwikkeld.

Ernst Kuipers, minister van VWS, onderstreepte de noodzaak om het samen beter te doen. De topsector LSH is erop gericht in 2040 vijf gezonde levensjaren voor iedereen te realiseren, maar Kuipers gaf aan dat er ook iets gedaan moet worden aan de ongelijkheid in gezondheidsvaardigheden en de gebrekkige samenwerking tussen partijen. ‘Laten we daarbij zo breed mogelijk kijken’, zei de minister. ‘De klimaatcrisis gaat een grote impact hebben op de gezondheidszorg. We hebben ook sociale wetenschappers nodig, ingenieurs…’

‘Het wordt steeds concreter wat ons te doen staat, er is nu focus door het veld en kaderstelling vanuit de overheid nodig’, besloot Clemence Ross-van Dorp de manifestatie. ‘Act to connect to act’.