30-09-2020

Hayke Veldman: ‘We kunnen beter samenwerken dan we dachten’

‘De coronacrisis heeft ons twee dingen geleerd, als het gaat om medicijnen en vaccins’, zegt Hayke Veldman, VVD-Tweede Kamerlid. ‘De eerste les is dat we, als het écht moet, heel goed kunnen samenwerken. Laten we dat vasthouden, ook na deze crisis.'

Veldman doelt op de intensieve afstemming tussen overheid, geneesmiddelenbedrijven, groothandels, ziekenhuizen en apothekers, in het voorjaar. ‘Door die enorme gezamenlijke krachtsinspanningen en een dagelijkse monitoring zag je dat er amper extra medicijntekorten kwamen. Ondanks lockdowns in China en India en ondanks een extra vraag naar bepaalde medicijnen. Dat was echt stimulerend om te zien.’

Neus op de feiten

De tweede les heeft te maken met afhankelijkheid, stelt Veldman. ‘Natuurlijk wisten we voor deze crisis al dat we qua medicijnproductie erg afhankelijk zijn van landen in het Verre Oosten. De Tweede Kamer had daarom de afgelopen jaren al herhaaldelijk aangedrongen op het verkleinen van deze afhankelijkheid. We hoeven echt niet álle medicijnen in Nederland of Europa te maken, dat lijkt me fictie, maar wel aanzienlijk meer dan we nu doen. COVID-19 heeft ons in dat opzicht nog eens keihard met de neus op de feiten gedrukt. Nu kan niemand er meer omheen.’

Stand-by

Wat doet de Tweede Kamer met deze nieuwe inzichten? Veldman: ‘Begin september heb ik een initiatiefnota ingediend, die zich richt op stand-by capaciteit van medicijnen en medische hulpmiddelen, zoals mondkapjes. Mijn inschatting is dat daar in de Kamer veel draagvlak voor is. Ik verwacht dat de minister hier in oktober op reageert en dat de Kamer zich hierover nog voor Kerst uitspreekt. Hier hebben we tempo nodig.’

Opschalen

Meer in Nederland produceren ligt bij mondkapjes eenvoudiger dan bij medicijnen, zegt Veldman. ‘Het productieproces van geneesmiddelen is complexer, en de eisen zijn strenger. Toch hebben we in Nederland ook voor medicijnen diverse productielocaties, bijvoorbeeld in de regio’s Oss, Leiden en Haarlem, die mogelijk hun productie kunnen opschalen. In zo’n netwerk kan je meer dan in je eentje, als de nood aan de man komt. Dat betekent dat je nú al samen om de tafel moet, om problemen in de toekomst te voorkomen.’

Wat kan wel?

Wat kunnen geneesmiddelenbedrijven verbeteren, met de lessen van de crisis in het achterhoofd? Veldman: ‘Samen is echt het sleutelwoord. Dat betekent dat je moet geven en nemen. Bij een onderwerp als ijzeren voorraad helpt het niet als je naar elkaar blijft kijken, en bijvoorbeeld zegt dat niemand extra kosten wil dragen. Laten we samen vaststellen wat wél kan, en ook niet te lang wachten met het aanleggen van die extra voorraden, vooral bij essentiële middelen. Daar hebben alle betrokkenen een morele verantwoordelijkheid. Dat geldt voor bijvoorbeeld de overheid en groothandels, maar zeker ook voor farmaceutische bedrijven.’

Kentering

‘Verder denk ik dat geneesmiddelenbedrijven zich moeten afvragen of ze, vanwege kostenoverwegingen, zo’n groot deel van hun productie in Azië moeten maken. Ik weet dat er in dat opzicht wel een kentering gaande is. Een mooi voorbeeld hiervan is de presentatie van het achtpuntenplan Nederland als medicijnhub, van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen. En tot slot moeten we ons voorbereiden op een volgende pandemie. Zo is er de afgelopen jaren te weinig gedaan aan vaccinontwikkeling. Die bal ligt primair bij de geneesmiddelensector, vind ik, hoewel de overheid en universiteiten hierbij een belangrijke ondersteunende rol kunnen spelen. Ook hier geldt: we moeten het samen doen, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid en expertise.’