21-04-2020

Hoe werkt vaccinontwikkeling?

Waarom is het zo ingewikkeld om een vaccin te ontwikkelen? Hoe werkt het precies? En hoe lang duurt dat? Deze en andere vragen worden sinds de uitbraak van het COVID-19 virus vaak gesteld aan de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG).

De VIG maakte daarom een achtergronddocument van enkele pagina’s. In dit bericht een samenvatting, met onder het bericht een linkje naar het volledige document.

Immuunsysteem

Vaccins beschermen mensen tegen een ziekte, door het immuunsysteem zodanig te versterken dat iemand die ziekte niet krijgt. Vaccinatieprogramma’s hebben veel impact gehad op het verlagen van sterftecijfers bij infectieziekten. Wereldwijd worden jaarlijks twee à drie miljoen levens gered, was de schatting in het pre-coronatijdperk. In Nederland zijn door vaccinatie ziektes als difterie en tetanus nagenoeg verdwenen. En ziektes als polio, mazelen, bof en rode hond zijn zeldzaam geworden.
Gezondheidsorganisaties kunnen daardoor geld en expertise vrijmaken om andere ziektes te bestrijden.

‘Sleutel-slot’ principe

Een vaccin traint het afweersysteem van gezonde mensen om een ziekteverwekker te herkennen. Het gebruikt daarvoor een stukje virus of een verzwakt virus, dat door het afweersysteem wordt herkend. Het afweersysteem heeft een ‘bibliotheek’, waarin verschillende ziekteverwekkers zijn opgeslagen. Zodra het echte virus of de echte bacterie het lichaam binnendringt, kan het afweersysteem in actie komen. Dit werkt volgens een ‘sleutel-slot’ principe. Alleen het specifieke stukje virus opent binnen het afweersysteem het slot van de afweerreactie.

Genoom is basis

De basis van vaccinontwikkeling is fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Dat brengt de kennis over een virus goed in kaart. Op grond daarvan is een virus te ontwikkelen. De vroege publicatie van het genoom van COVID-19, begin januari, was daarom een belangrijke mijlpaal voor de ontwikkeling van een vaccin en geneesmiddelen.

Fases

Momenteel zijn er tientallen vaccins tegen COVID-19 in ontwikkeling. Voordat een vaccin breed beschikbaar is, moet er eerst een uitgebreid onderzoeksprogramma worden opgesteld. Dat bestaat uit de volgende fasen:

  • identificatie van één of meer kandidaat-vaccins, in preklinisch onderzoek (laboratoria);
  • een fase I onderzoek met een klein aantal gezonde vrijwilligers;
  • een groter fase II onderzoek, met waarbij het kandidaat-vaccin wordt toegediend aan 200 à 300 mensen;
  • een uitgebreid fase III onderzoek, waarbij het meest veelbelovende vaccin wordt getest bij 3.000 à 5.000 mensen.

Normaliter duurt het tien à vijftien jaar voordat een nieuw vaccin kan worden geregistreerd. Maar de uitbraak van het COVID-19 virus zet alle tijdlijnen op z’n kop. Lees meer in het achtergronddocument.

Achtergronddocument vaccinontwikkeling

Hanneke Schuitemaker (Janssen) over vaccinontwikkeling in RTL nieuws (vanaf 13 minuten)