20-09-2022

Koopkracht verder onderuit door bijbetalen voor medicijnen

Koffertje miljoenennota 660x440
Hoewel het kabinet zich inzet om de koopkracht te repareren, creëert het aan de andere kant bewust een financiële donderwolk. Ruim zes miljoen Nederlandse patiënten moeten per 1 januari fors gaan bijbetalen voor hun vertrouwde medicijn óf overstappen naar een ander medicijn.

In tijden van ongekende inflatie, oplopende kosten en verlies van koopkracht voert het ministerie een platte bezuiniging door, die grote impact heeft voor miljoenen patiënten. Des te erger is het dat deze bezuiniging niet nodig is en de beschikbaarheid van geneesmiddelen verder onder druk zet.
De prijzen van geneesmiddelen in Nederland behoren tot de laagste van Europa.

Bijbetalen of overstappen

Patiënten moeten door de bezuiniging overstappen naar een ander medicijn om eigen betalingen te voorkomen. Voor veel patiënten is dit geen optie, omdat ze aangewezen zijn op bepaalde geneesmiddelen. Vooral kwetsbare patiënten, chronisch zieken en ouderen worden getroffen door de maatregel. Zij moeten gaan bijbetalen voor hun vertrouwde geneesmiddel.

Extra regeldruk

De bezuiniging geeft extra regeldruk en extra kosten voor artsen, apothekers, zorgverzekeraars en burgers. Daarnaast is het onzeker en onduidelijk of de wijziging daadwerkelijk leidt tot een structurele besparing, mede doordat het voorstel niet goed werkbaar is voor betrokken partijen.

Geen nieuwe maatregelen

In de begroting van VWS voor 2023 staan geen nieuwe maatregelen op het gebied van geneesmiddelen. Uit de Miljoenennota blijkt dat de basispremie van de zorgverzekering volgend jaar stijgt met 11 euro per maand. Dat is nodig omdat de kosten van de zorg ook stijgen. Dit komt onder meer door loonstijgingen, inflatie en meer vraag naar zorg. Hoewel het kabinet dit compenseert voor de laagste inkomens met een verhoging van de zorgtoeslag, is de patiënt per saldo volgend jaar meer geld kwijt voor zijn gezondheid.
Gerard Schouw, directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG): ‘De timing van de GVS-herziening is met de huidige koopkrachtontwikkeling wel zeer ongelukkig. Het zou goed zijn als de minister dit besluit nog eens grondig heroverweegt.’