20-09-2022

Niels Prins: ‘Meer deelnemers voor Alzheimer-studies keihard nodig’

Niels Prins
In de week van Wereld Alzheimer Dag – woensdag 21 september – vraagt Niels Prins, directeur van Brain Research Center, aandacht voor een urgente kwestie. ‘Er worden veel kansrijke nieuwe medicijnen ontwikkeld en dat is een belangrijke eerste stap. Nu moeten die medicijnen in onderzoeken worden getest en daarvoor hebben we echt dringend meer studiedeelnemers nodig!’

De ziekte van Alzheimer is één van meest voorkomende ziektes van het zenuwstelsel en de belangrijkste oorzaak van dementie. Medisch zijn de gevolgen voor patiënten desastreus. Alzheimer is een onomkeerbare progressieve hersenziekte met een lang en sluipend verloop. Na een periode van vijftien tot twintig jaar krijgen patiënten te maken met ernstige symptomen, zoals het verlies van denkvermogen en geheugen-, gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen. Uiteindelijk leidt dit tot de dood van patiënten.

Medicijnen

Geneesmiddelontwikkelaars speuren al tientallen jaren naar geneesmiddelen tegen de ziekte van Alzheimer. Hierbij wordt zowel gezocht naar middelen die de symptomen van de ziekte effectief bestrijden als naar geneesmiddelen die de ziekte kunnen vertragen of voorkomen.
De resultaten van al dat onderzoek zijn tot nu toe helaas teleurstellend. In de afgelopen twintig jaar waren er in Europa slechts vier middelen beschikbaar voor de behandeling van Alzheimer, waarvan de laatste in 2003 is goedgekeurd. In China is daarnaast nog één ander middel beschikbaar. Maar al deze geneesmiddelen geven slechts een tijdelijke verlichting van de symptomen.

Wetenschappelijk onderzoek

De ontwikkeling van een geneesmiddel is onmogelijk zonder wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak en het mechanisme van de ziekte. Sinds de eerste beschrijving van de ziekte van Alzheimer in 1906 zijn er duizenden wetenschappers op zoek naar de oorzaak van en het mechanisme achter de ziekte. Dit heeft ertoe geleid dat er sinds dit moment vele ontwikkeltrajecten voor geneesmiddelen tegen Alzheimer gestart zijn, met meer dan 150 experimentele geneesmiddelen tegen Alzheimer als gevolg. Van de meeste hiervan is het onderzoek echter vanwege teleurstellende resultaten gestopt. Maar de pijplijnen van de industrie zijn gelukkig ook nog goed gevuld. Een overzicht.

Zoektocht

Geneesmiddelontwikkelaars werken aan therapieën, die gericht zijn op verschillende aspecten van de ziekte van Alzheimer. De meeste studies richten zich op eiwitten die een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van de ziekte. Dit zijn eiwitten die bijvoorbeeld aanwezig zijn in plaques, grote samenklonteringen van eiwitten tussen hersencellen of in opeenhopingen van eiwitten in hersencellen. Andere studies zouden problemen in de energiehuishouding van cellen of het functioneren van zenuwcellen moeten oplossen. In eerste instantie hebben onderzoekers daarbij gezocht naar geneesmiddelen die een specifieke stap in het ziektebeloop aan konden pakken. Helaas is deze aanpak niet succesvol gebleken: in klinische experimenten bleek keer op keer dat dit soort experimentele middelen niet succesvol was.

Onvoldoende bekend

De harde conclusie van deze mislukte studies is dat er nog steeds onvoldoende bekend was over de ziekte zelf. Wetenschappers konden het ziekteverloop goed volgen, maar begrepen nog niet in detail wat ze zagen, hoe de verschillende klachten bij patiënten ontstonden, en wat dat dan betekende. Dit is helaas iets wat regelmatig voorkomt bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en daarmee dus een belangrijke reden voor het mislukken van veel ontwikkelprojecten. Het toont ook aan dat wetenschappelijk onderzoek essentieel is voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.
Dankzij nieuw wetenschappelijk onderzoek werden verschillende, voorheen nog onbekende, mechanismen gevonden die een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van Alzheimer. Wetenschappers brachten het ziekteproces gedetailleerd in kaart, zodat nu duidelijker is welke cellulaire signalen betrokken zijn bij Alzheimer en welke eiwitten daarbij een rol spelen. En alhoewel nog lang niet alles bekend is, levert deze kennis wel weer nieuwe doelwitten op voor mogelijke geneesmiddelen.

Impact ziekte

Een belangrijke voorwaarde voor het kunnen uitvoeren van dergelijk onderzoek, is het beschikken over voldoende studiedeelnemers. ‘We zien de laatste jaren dat het aantal studiedeelnemers voor onderzoek naar nieuwe medicijnen, met name voor hersenaandoeningen, in Nederland achterblijft’, aldus Niels Prins, directeur van Brain Research Center. Vanwege de huidige vergrijzing die Nederland doormaakt, zal zowel de individuele als de maatschappelijke impact van de ziekte van Alzheimer alleen maar toenemen. Juist daarom is het noodzakelijk om met elkaar een vuist te maken tegen deze vreselijke ziekte, stelt Prins.

Stand van zaken

Een recente analyse van clinicaltrials.gov, een database van wereldwijde klinische experimenten, leverde op dat er begin dit jaar 143 geneesmiddelen tegen de ziekte van Alzheimer in ontwikkeling waren, waarvan er zich 31 bevonden in de laatste fase van testen bevonden, net voordat de geneesmiddelontwikkelaar markttoelating aanvraagt. Deze geneesmiddelen werken allemaal op een verschillende manier:

  • Verreweg de meeste (119, dus 83%) van de experimentele geneesmiddelen zijn gericht op het veranderen van het ziekteproces. Denk daarbij aan het voorkomen van eiwitophopingen in de hersenen, het tegengaan van ontstekingen of het verbeteren van de functie van zenuwcellen. Ongeveer twee derde daarvan bestaat uit kleine chemische stoffen, de overige uit grotere biologische moleculen zoals eiwitten.
  • Er zijn vijftien geneesmiddelen in ontwikkeling die het cognitieve vermogen van patiënten moeten verbeteren. De bedoeling is dat de hersenfuncties van patiënten verbeteren, zoals het geheugen en de mogelijkheid te kunnen lezen, schrijven en dingen bedenken.
  • Tot slot zijn tien experimentele geneesmiddelen gericht op het behandelen van gedragsveranderingen.

Impulsen

De verwachting is dat de ontwikkeling naar Alzheimermedicatie nieuwe impulsen krijgt. De wetenschappelijke kennis neemt nog steeds snel toe.
‘Maar om deze kennis ook daadwerkelijk in te kunnen zetten in de zoektocht naar geneesmiddelen tegen de ziekte zijn meer studiedeelnemers echt keihard nodig’, zegt Prins. ‘Hier ligt ook een taak voor medisch professionals om patiënten te informeren over de mogelijkheid van deelname aan medicijnonderzoek. Ook ontstaan er nieuwe manieren van geneesmiddelonderzoek, door toenemend gebruik van data en artificial intelligence. Het is te hopen dat dit tot de ontwikkeling van effectieve geneesmiddelen leidt. De samenleving heeft ze hard nodig!’

De gegevens in dit artikel komen uit een wetenschappelijke analyse van Jeffrey Cummings en collega’s.

Tijdens de VIG Medicijndialoog op 12 oktober komt de ziekte van Alzheimer uitgebreid aan bod.
Meer info en aanmelden.