02-07-2019

Tweede Kamer stemt in met wijziging WGP

De Tweede Kamer stemde dinsdag in met een wijziging van de Wet geneesmiddelenprijzen (WGP). Als de Eerste Kamer in het najaar ook instemt met de wetswijziging, wordt per 1 april 2020 Duitsland als referentieland vervangen door Noorwegen.

In de nieuwe situatie zijn er vier referentielanden voor de maximum geneesmiddelenprijzen: België, Frankrijk Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Per geneesmiddel geldt het gemiddelde van de prijzen in deze vier landen als de maximumprijs in Nederland. Aangezien de prijzen in Noorwegen lager zijn dan in Duitsland, leidt de wetswijziging tot lagere maximumprijzen vanaf april 2020.

Balans ontbreekt
De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen heeft sterke bedenkingen bij de aanpassing van de WGP, zeker op de nu beoogde wijze. De wet werkt goed en zorgt nu al voor een jaarlijkse besparing van € 150 à € 180 miljoen. De focus ligt in de wetswijziging te veel op besparingen en onvoldoende op kwaliteit en beschikbaarheid van medicijnen. Bij een goed geneesmiddelenbeleid is er een juiste balans tussen kosten, kwaliteit en beschikbaarheid, maar die balans is niet terug te vinden in de voorgestelde wetswijziging, vindt de Vereniging.

Evaluatie
Te veel drukken op de prijs kan er toe leiden dat Nederlandse patiënten niet of later toegang krijgen tot nieuwe geneesmiddelen. Het wordt dan minder interessant voor internationale geneesmiddelenbedrijven om hun medicijn in Nederland aan te bieden. Noorwegen is zeker geen lichtend voorbeeld, als het gaat om toegang tot nieuwe geneesmiddelen. De Patient W.A.I.T. Indicator laat zien dat er in Noorwegen minder nieuwe medicijnen worden geïntroduceerd. Middelen die de patiënt wél bereiken, hebben hiervoor ook langer nodig dan in Nederland: 212 tegen 158 dagen.

Met het oog op deze zorgen is de Vereniging blij dat de Tweede Kamer heeft ingestemd met een evaluatie na drie jaar. Dit maakt het mogelijk om de effecten van de maatregel goed te volgen en – zo nodig – bij te sturen.