22-11-2022

Van microsysteem naar nationaal ecosysteem

Research Lab microscoop
© Celtherapielaboratorium van Sanofi in Amsterdam
Hoe komt het dat in relatief kleine Europese landen zoals Zwitserland en België veel start ups op het gebied van Life Sciences & Health potentiële wereldspelers zijn?

Waarom had Duitsland een COVID-crisis nodig om bedrijven zoals BioNTech of Curevac op de globale radar te krijgen, terwijl in Frankrijk vele start ups al veel langer weten door te groeien? Het sleutelwoord is de aanwezigheid van een innovatief, nationaal georganiseerd ecosysteem, volgens Jan De Kerpel, Managing Director tevens Head Life Sciences & Healthcare bij Kempen & Co. In 2019 vond een succesvolle handelsmissie plaats naar Boston, die alle deelnemers inspireerde om ook in Nederland zo’n innovatief ecosysteem te bouwen. Alle ingrediënten leken aanwezig, maar hebben we die ook voldoende benut? We vroegen het aan De Kerpel, specialist in Europese en Amerikaanse beursgangen, kapitaalmarkttransacties, fusies en overnames.

Micro

Het belang van innovatieve ecosystemen voor een bloeiend vestigings- en ondernemingsklimaat wordt inmiddels door vrijwel iedereen in Nederland gezien, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat incluis. Nederland kan terecht bogen op een aantal prachtige wetenschappelijke instellingen en dito bedrijven, maar voor een innovatief ecosysteem is meer nodig. Naast wetenschappelijke kennis, zijn ook bedrijfsmatige ervaring en de juiste financiering op het juiste moment van belang. En op die punten zijn er nog stappen te zetten voor Nederland als bedrijven echt moeten doorpakken, volgens De Kerpel. Er zijn onmiskenbaar een aantal veelbelovende microsystemen, meestal fysiek herkenbaar als Science Parks rond toonaangevende kennisinstellingen waar ook steeds meer start ups en scale ups zich vestigen. Er is zelfs een groeiend aantal buitenlandse partijen die zich aanmelden om zich in Nederland te vestigen, hetzij organisch, hetzij omdat ze acquisities voor Nederlandse bedrijven doen. Maar voor de echte starters is het doorgaans zoeken naar financiering, die overwegend regionaal moet gevonden worden. Die fondsen hebben dikwijls mandaten die op de start gericht zijn, maar haken af wanneer een bedrijf echt moet doorstoten bij succes.

Commercialisatie

In de sector Life Sciences & Health (LSH) geldt dat succesvolle productontwikkeling exponentieel meer investeringen meebrengt. Dan is het belangrijk dat de doorgroei naar een onderneming die ook daadwerkelijk een product tot aan de finishlijn brengt, niet stokt en de draai kan worden gemaakt naar commercialisatie. Op zulke momenten zijn een breed gedragen, liefst nationaal ecosysteem nodig en een palet van (financierings)mogelijkheden dat aansluit bij de risico’s van de productontwikkeling. Een product naar de markt brengen is een vak apart. Dat vraagt om een heel andere know how dan het ontwikkelen van een nieuw, veelbelovend molecuul in het lab. Heel veel experimentele geneesmiddelen sneuvelen tijdens de ontwikkeling. En niet alleen in de eerste fasen van geneesmiddelonderzoek. Vooral in latere fases is veel geld nodig en kunnen resultaten tegenvallen. Beursintroducties kunnen dan interessant zijn, volgens De Kerpel.

Beursintroducties

De Nederlandse beurs voor techbedrijven wordt internationaal herkend, maar de beurs voor biotech-bedrijven veel minder, merkt De Kerpel. ‘Daarom zijn de laatste jaren nogal wat beloftevolle Nederlandse bedrijven verplicht geweest om naar de Amerikaanse NASDAQ te gaan waardoor ze hier beperkte bekendheid genieten. Nederland telt minder dan een handvol beursgenoteerde LSH-bedrijven, terwijl er in België meer dan 20 zijn en in Zweden zelfs 150. Dat is een fundamenteel onderdeel van een financieringsecosysteem. De overheid kan verschillende maatregelen treffen die drempelverlagend werken en voor een stabiel investeringsklimaat zorgen. Dat kan gaan van verschillende fiscale voordelen tot concrete stimuli of aangepaste financieringsstructuren. Zo valt op dat in Nederland de nationale overheid onder meer werkt met risicoleningen om hoogrisico innovatie te ondersteunen. Deze moeten de onderzoekers later terugbetalen.’ Op de vraag, waarom dit een probleem is, is het antwoord dat vervolgfinanciers risicoleningen niet aantrekkelijk vinden. ‘Zij willen met hun vers kapitaal verder innovatie ondersteunen, niet historische leningen terugbetalen. In andere landen is dat niet zo, waardoor Nederlandse bedrijven op dit vlak competitief in het nadeel dreigen te zijn.’

Nationaal

Nederland heeft fantastische en unieke troeven, maar de vraag rijst of instellingen niet teveel energie spenderen in competitie binnen de landsgrenzen terwijl die competitie zich in realiteit afspeelt met andere landen. Zoals België, Denemarken, Engeland, Zwitserland, om maar niet te spreken van de VS en China. Er is veel potentie om uit te groeien tot één van dé toonaangevende life sciences hubs van Europa, maar dat vraagt wel om een nationale aanpak, volgens De Kerpel. ‘Kleine succesvolle landen onderscheiden zich door de krachten te verenigen in één nationaal ecosysteem dat naast en met een groot aantal microsystemen zijn plaats heeft wanneer de zaken echt groots moeten aangepakt worden. Een lange termijn- en standvastig nationaal beleid gericht op samenwerking tussen regionale spelers, academie, industrie en financiers is in het voordeel van alle stakeholders, en in de eerste plaats van patiënten en zorgverstrekkers voor wie de tijd tikt vooraleer een veelbelovende vinding van eigen bodem hen bereikt.

In het whitepaper ‘Nederland als Europese medicijnhub; publiek-private samenwerking in de polder’ worden verschillende stakeholders in het ecosysteem gevraagd naar hun visie op de positie van Nederland als toonaangevend land op het gebied van geneesmiddelenontwikkeling. In een aantal rondetafelbijeenkomsten begin 2023 worden de dilemma’s en uitdagingen besproken met als doel de ontwikkeling van een nationaal innovatief ecosysteem een boost te geven.

Download de brochure ‘Nederland als Europese medicijnhub’